Waterschap Het Vrije Van Sluis
Waterschap Het Vrije Van Sluis |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Waterschap in W.Z.Vl.; opgericht 1 jan. 1942 als eerste grote waterschap in Zeeland. Het zetelt te Oostburg en omvat het grondgebied van geheel W. Z.Vl, d.i, van het Zwin tot aan de Braakman (gemeenten Sluis, Aardenburg, Oostburg, Sas van Gent ged. en Terneuzen ged.). De begrenzing van het waterschap wordt gevormd door de Westerschelde, het Waterschap De Drie Ambachten, het Koninkrijk België en de Wielingen (Noordzee). Het waterschap is verdeeld in vier districten: Aardenburg, Groede, IJzendijke en Oostburg. De kadastrale oppervlakte bedraagt ca. 29.000 ha; de lengte der bij het waterschap in beheer en onderhoud zijnde wegen ca. 620 km (28 km tertiaire, 242 km quartaire en 350 km niet-planwegen); die der waterlopen ca. 1400 km; die der hoogwaterkering langs de Westerschelde ca. 33 km. Tussen het Zwin en Breskens zijn voorts ca. 60 strandhoofden in onderhoud. Vanaf 1949 werden van de quartaire en niet-planwegen ca. 400 km voorzien van een gesloten wegdek. Buiten het onderhoudswerk aan het totale wegennet wordt getracht jaarlijks voort te gaan met de reconstructie en verbetering van weggedeelten. Tot beheersing van het binnenwater werd sinds 1966 een aantal grote werken uitgevoerd in het kader van een waterbeheersingsplan (aanpassing waterlopen en hoofdafvoerleidingen; bouw gemalen en sluizen). Binnen het waterschap liggen thans de hoofdafwateringsgebieden Cadzand, Nieuwesluis, Nummer Een en Nol Zeven, met gemalen en/of sluizen in de Kievittepolder, Jong Breskenspolder en Hoofdplaatpolder. Van de verzwaring en verhoging van de zeewering tot deltasterkte Deltawerken) is gereed het gedeelte van Breskens tot de Braakman; het deel vanaf de Adornispolder tot Breskens moet nog op hoogte worden gebracht, benevens het deel bij het dorp Cadzand-Bad; deze werken zullen naar schatting in 1989 of later gereed zijn. Voor de (afval)waterzuivering werden na de Tweede wereldoorlog bij nagenoeg alle kernen in W.Z.Vl, installaties gebouwd; i.v.m. de kustrecreatie verrezen in 1974/75 een tweetal moderne installaties aan de kust. De installaties bij de kernen raakten verouderd wegens onvoldoende zuiveringscapaciteit volgens de moderne normen, en door nieuwbouw in de kernen en vestiging van bedrijven. Na 1976 zijn vernieuwingen gerealiseerd, o.a. de bouw van rioolgemalen, zoals dat te Sluis (afgebouwd eind 1980). Ruilverkaveling voor het grootste deel van het gebied van het waterschap is in aanvraag; een klein gebied in het zuidwesten is reeds eerder d.m.v. ruilverkaveling aangepast. Het district Aardenburg omvat de volgende polders en voormalige waterschappen; Aardenburgsche haven, Beooster-Lede en Hoogland van St.-Kruis, (Nederlands ged.), Bewester-Eede-benoorden-St.-Pietersdijk-Bewester-Eede-bezuiden-St.-Pietersdijk en Papen, Biezen, Diomede, Godefroi (Ned. ged.), Greveninge (Ned. ged.), Groote Boom en Goodsvliet, Isabella benoorden-Aardenburg, Kleine Boom, (Ned, ged.), Kleine Pas, Lapschuursche Gat, Maria (Sluis), Middelburgsche (Ned. ged.), Olieslagers, Robbenmoreel, Gouverneur-en-*Kraeyens, Sluissche Haven, Sophia, Zwin. Het district Groede omvat de volgende polders en voormalige waterschappen: Adornis, Cadzand, (omvattende Antwerpen, Bewesten-Terhofstede, Capelle, Christoffel, Eiken, Gars en Grubeke, Groote Bladelings, Groote Lodijk, Kasteel, Kleine Bladelings, Lijsbette, Mettenije, Oudelandsche, Retranchement, St.-Jans, St.-Joris, Strijdersgat, Vierhonderd, Vierhonderd-beoosten-Terhofstede, Zuidzande), Groede en Baanst (omvattende Baanst, Bloks, Cletems, Gerard dè Moors, 's-*Gravenhagen, Kleine, Nieuwe Groedsche of Oude IJve, Oud- en Jong Breskens, Oude, Oude Groedsche, Proost, Stoute of Zoute, Thuin), Groote Cornelia, Groote St.-Anna en Nieuwehoven, Herdijkte Zwarte, Kievitte, Kleine Lodijk, Kleine St.-Anna, Lampzins, Van der Lingens, Magdalena (Schoondijke), Tienhonderd en Zwarte, Versche, Willem-Leopold (Ned. ged.), Zand. Het district IJzendijke omvat de volgende polders en voormalige waterschappen: Amelia, Angelina, Van der Beke, Beukels, Brils, Clara, Van Dunné, Eiland en Brandkreek (omvattende Brandkreek (Ned, ged.), Jeronimus, Kleine Oude mans, Krakeel (Ned. ged.), Kruis, Marguerite, Oude Passageule (zuidelijk deel St.-Joris, St.-Lievens, Vrije (zuidelijk deel)), Elisabeth (Biervliet), Geertruida, Groote en Kleine Zoute, Groote en Kleine Zuiddiepe, Groote Jonkvrouw-benoorden, Groote Jonkvrouw-bezuiden (omvattende Groote Jonkvrouw-bezuiden en Groote Oudemans), Helena, Hoofdplaat, Kom, Kleine Jonkvrouw-benoorden, Koninginne, Magdalena (Biervliet), Maria (Biervliet), Nieuwe Passageule, Oranje (Biervliet), Oude Stads, Paulina, St.-Anna, St.-Pieters, Thibout, Thomaes, Wilhelmina-en-*Zacharias-derde-gedeelte. Het district Oostburg omvat de volgende polders en voormalige waterschappen: Austerlitz, Brugsche Vaart, Crane, Generale Prins Willem 1e gedeelte (omvattende Cathalijne, Dierkensteen met Bakkers, Oude Passageule (noordelijk deel), Vijfhonderd-in-beoosten-Eede, Vrije (noordelijk deel)), Generale Prins Willem 2e gedeelte (waartoe ook behoren Nieuweveld en St.-Philips), Gouden, Groote Henricus, Groot- en Klein-Baarzande (omvattende Elisabeth (Breskens), Gistelare, Gole, Heeren, Hendrik Verse, Klein-Baarzande, Noordwesthoek en Buizen, Parasijs, Roode, Schallegalle, Steenen, Voile, Zuidkerke, Zuidoosthoek, Zuidwesthoek, Jong Baarzande, Kleine Cornelia, Kleine (of Annex-) Henricus, Maurits, Nieuwe Haven, Oranje met Dierentijd en Maateau (IJzendijke), Oude Haven, Parochie, Retranchement (IJzendijke), Snouck Burgronje, Stampershoek, Veerhoek, Zacharias eerste en tweede gedeelte. Wapen: Dit werd aan het waterschap verleend bij K.B. van 4 dec. 1950. Het heeft een zeer lange voorgeschiedenis. Oorspronkelijk was dit het wapen van het geslacht De Nesles en als zodanig al sinds 1224 bekend. Deze familie bekleedde het ambt van kastelein van de Kasselrij van Brugge, waaruit in de 13e eeuw het Vrije van Brugge ontstond (waartoe een groot deel van het huidige W.Z.Vl, behoorde). Het Vrije van Brugge voerde het wapen zeker sinds 1418. Toen in de Tachtigjarige Oorlog een deel van het Vrije onder Staats Vlaanderen viel, werd hiervoor een apart rechtscollege opgericht, het Vrije van Sluis; dit bleef het oude wapen voeren. Het is ook door de meeste dorpen in het gebied overgenomen. De typische bekroning van het schild met een bloeiende distelplant hoort al vanouds bij het wapen en zal wel bedoeld zijn als 'sprekende' badge (Nesles = nettels = netels, distels). Vlag: De vlag van het waterschap, die niet officieel werd vastgesteld, is wit met het wapen in het midden en, nogal overbodig en ongebruikelijk, het opschrift: WATERSCHAP HET VRIJE VAN SLUIS. Historische geografie: Zie bij Zeeuws-Vlaanderen en de afzonderlijke polders. Bestuurlijke ontwikkeling: (Zie ook Zeeuws-Vlaanderen en de afzonderlijke polders.) Het huidige West Zeeuws-Vlaanderen behoorde vroeger grotendeels tot het gezagsgebied van het Vrije van Brugge, een bestuurseenheid binnen het graafschap Vlaanderen, welke in 1580 toetrad tot de Unie van Utrecht. Doordat de stad Brugge in 1584 in handen van Parma viel, werd het Vrije van Brugge, behalve het oostelijk gedeelte, het zg. Oost Vrije, aan de Unie van Utrecht onttrokken. Dit Oost Vrije, dat bij resolutie van 5 feb. 1586 ontheffing kreeg van alle onderhorigheid aan Brugge, werd in 1587 door Parma bezet, maar in 1604 maakte prins Maurits dit ongedaan waarna het gebied staatkundig (ten opzichte van Zeeland) in de plaats trad van het Vrije van Brugge en als het Vrije van Sluis de geschiedenis in ging. Van de oorspronkelijk 27 schepenen hadden er 14 voor de opstand gekozen; daarvan waren er vier overgebleven, die te Sluis tot negen werden aangevuld. Onder de leiding van een hoogbaljuw of diens stadhouder(s) oefenden zij de hoge jurisdictie uit. Als recht gold dat van het oude Vrije van Brugge. Uit hun ressort en jurisdictie waren geëximeerd Sluis, Mude (St.-Anna ter Muiden), Aardenburg, Oostburg en IJzendijke, want dit waren steden met een eigen bestuur, alsook enkele heerlijkheden als Nieuwvliet en Breskens-Breskenszand. Ook Biervliet viel er buiten. Wel hoorden tot het grondgebied van het Vrije van Sluis een deel van Middelburg in Vlaanderen Heille) en een stuk van het Oostkerker Ambacht. Eind 18e eeuw bestond het Vrije van Sluis uit het Land van Cadzand, het Oostburger Ambacht en het Aardenburger Ambacht. Het bestuurscollege had tevens het oppertoezicht over de dijken en andere waterstaatswerken; het bestuur van de afzonderlijke polders binnen het Vrije van Sluis werd gevormd door een dijkgraaf en gezworenen. De oprichting per 1 jan. 1942 van het Waterschap Het Vrije van Sluis door samenvoeging van 76 polders en waterschappen in W.Z.Vl. was de eerste grote waterschapsconcentratie in Zeeland. Het waterschap was de voorloper van de grote eilandwaterschappen die in 1958 in Zeeland na de watersnood van 1 feb. 1953 zijn opgericht; zijn huidige vorm kreeg het door toevoeging van de calamiteuze en internationale waterschappen in W.Z.Vl. (resp, per 1 jan. 1966 en 1 jan. 1967).
AUTEUR
A.C.F. Koch, J. Kuipers, J.A. Trimpe Burger
LITERATUUR
Gallé, Beveiligd bestaan. Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Fruin, De provincie Zeeland, 128-139. Meerkamp van Embden, Archieven van het Vrije van Sluis. Bukkens, Het Oostvrije van Brugge. Flags of Dutch Polder Boards.