Passageulepolder
Passageulepolder |
---|
Voormalige polder in West Zeeuws-Vlaanderen; in 1523 bedijkt in Passageule en Zuudzee. De oppervlakte bedroeg 1300 gemeten. De stad Brugge betaalde de drooglegging van 72 à 73 gemeten. Brugge had bijzondere belangstelling voor deze polder i.v.m. eventuele afsnijding van de watertoevoer naar de Brugsche Vaart ten noorden en noordwesten van de Passageulepolder. Met de bedijkers was door de stad een overeenkomst gesloten om zulks te voorkomen. Plannen uit 1502 tot bedijking van de schorren bij de Passageule had Brugge weten tegen te houden tot na de openstelling van de Brugsche Vaart (1516). De polder bevatte 12 beginnen. Het smalle gedeelte tussen de polder van St.-Margriet Mareueritepolder) en de St.-Jorispolder enerzijds en de Dierkensteenpolder anderzijds heette 'de Hals'. Hierin lag een kreek als overblijfsel van de Passageule. De polder overstroomde in 1570 en in 1586 (militaire inundatie); hij werd in 1609 op kleinere schaal door Jacob Cats herdijkt, waarna in 1621, aan het eind van het Twaalf jade Bestand, opnieuw militaire inundatie volgde. Herdijking van de polder en de (nieuwe) Passageule vond plaats in 1650 Oude Passageulepolder noordelijk deel), 1711 Oude Passageulepolder zuidelijk deel), 1772 (Van der Bekepolder) en 1786-88 Nieuwe Passageulepolder).