Dierkensteenpolder
Dierkensteenpolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeente Oostburg; opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca. 268 ha, hoogteligging ca. 0,8 tot 1,6 m N.A.P.; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Cadzand Kievittepolder). In het zuidoosten van de polder, bij de grens met de Cathalijnepolder, ligt de buurtschap De Munte, in het zuidwesten de buurtschap Bakkersdam (ged.). De polder ligt grotendeels onder één dijkage met het omringend poldergebied. De Dierkensteenpolder werd bedijkt in 1400; het herstel van de parochie St. Catharina ging hier vermoedelijk mee gepaard. Overstroming volgde bij de St.-Elisabethsvloed van 1404, waarbij de genoemde parochie voor de tweede maal ten onder ging. De Dierkensteenpolder werd, waarschijnlijk in andere vorm, herdijkt in 1417. In 1650 volgde een nieuwe herdijking; sindsdien maakt hij deel uit van de Generale Prins-Willempolder 1e gedeelte). Het zuidwestelijk polderdeel is bekend als Bakkerspolder, naar de Bakkersdam, welke in 1788 tot stand kwam ter afsluiting van de Passageule en loopt vanaf het zuiden van de Bakkerspolder naar de Groote Boompolder. De Dierkensteenpolder heeft behoord tot de voormalige gemeente Waterlandkerkje.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie.