Margarethapolder
Margarethapolder |
---|
1. Polder in de gemeente Terneuzen, gelegen aan de Westerschelde (Pas van Terneuzen); opgenomen in het Waterschap Axeler Ambacht (opgericht 1965); opp. ca. 253 ha, hoogteligging 0,3 tot 1,3 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via de uitwateringssluis in de Nieuw-Othenepolder. Op de grens met de Kleine Huissenspolder ligt de buurtschap De Val. In de polder zullen in de jaren '80 huizen worden gebouwd als deel van de Terneuzense uitbreidingsplannen ten oosten van de Othenesche kreek. De polder werd in 1742 bedijkt en is genoemd naar Margaretha de Mauregnault, één der ambachtsvrouwen van Zaamslag. Het noordelijk polderdeel ging verloren toen in 1800 een inlaag uit 1775 inundeerde, als gevolg van een oeverval waarbij een deel van de zeedijk in de diepte verdween. In 1802 inundeerde de gehele polder; men legde toen een inlaagdijk aan vanaf De Val in westelijke richting. Ook in 1808 overstroomde de Margarethapolder. In 1807 brachten de Fransen een batterij aan in de noordwesthoek van de polder; de naam `batterieë' is ter plaatse nog bekend. Tijdens een Engelse beschieting in 1809 werd het bijbehorende kruitmagazijn getroffen, bij welke explosie 23 Franse militairen sneuvelden. Een Frans plan om in het noordwesten van de polder een 'bassin' (marinehaven) aan te leggen is nooit gerealiseerd. De Margarethapolder was calamiteus van 1830 tot 1978 en behoorde sinds 1924 tot de calamiteuze polders Ser Lippens c.a. De polder viel binnen de v.m. eemeente Zaamslae. 2. Polder in de gemeente Tholen, aan het Keten, opgenomen in het Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 57 ha; hoogteligging gemiddeld 0,5 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal de Noord aan de Noordpolder. In de polder ligt een klein deel van de plaats Stavenisse. De Margarethapolder werd in 1656 bedijkt op het verzande Oude Gat, een restant van de geul de Kamer; oorspronkelijke oppervlakte ca. 72 ha. Hij is genoemd naar Margaretha Huijssen, echtgenote van de toenmalige heer van Stavenisse, Hieronimus van Tuyll van Serooskerke. De polder inundeerde in 1682, 1715, 1808 en bij de vloed van 1 februari 1953 (watervrij 15 maart 1953). Tot 1959 behoorde hij tot het Waterschap Stavenisse Stavenissepolder), dat in de vorige eeuw calamiteus werd verklaard, welke toestand duurde tot 1904.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen II. IV, K.J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. Wesseling, Terneuzen. Van der Baan, Zaamslag.