Molenpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Molenpolder

1. Polder gelegen binnen Arnemuiden, in het westelijk deel bezuiden het station; oppervlakte ca. 2 ha. De polder werd in 1661 bedijkt op de plaats waar zich het scheepsdok heeft bevonden. Hij is genoemd naar de ter plaatse staande molen en inundeerde in 1682 en 1808. In 1941 kwam de polder onder bestuur van de polder Walcheren, welke in 1965 opging in het Waterschap Walcheren. De noordelijke dijk van het Molenpoldertje was reeds in 1889 gedeeltelijk geslecht.

2. Polder in de gemeente Borsele; opgenomen in het Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noorden Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 26 ha; hoogteligging ca. 1,1 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Hellewoud in de Ellewoutsdijkpolder. De polder kwam waarschijnlijk in het eerste kwart van de 14e eeuw langs de Zwake tot stand als aanwas van de Baarlandpolder, ten noorden van Oudelande. Op zijn laatst omstreeks 1340 werd een dam (de huidige Zakdijk) tussen de Molen- en de Verloren kostpolder aangelegd, waardoor het eiland Ovezande met Oudelande werd verbonden. De Molenpolder viel binnen de heerlijkheid en de voormalige gemeente Oudelande en maakte tot 1959 deel uit van het waterschap Baarland Baarlandpolder).

3. Polder in de gemeente Hontenisse, gelegen aan de Westerschelde (Hoek van Ossenisse); opgenomen in het Waterschap Hul ster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 52 ha, hoogteligging ca. 0,8 tot 1,1 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via gemaal/sluis Walsoorden Noorddijkpolder). In de polder ligt de buurtschap Molenhoek. De Molenpolder kwam ca. 1200 tot stand op initiatief van de abdij van Ter Duinen. Ten noorden van de Molen-, de Kievit- en de Perkpolder heeft de Nieuhofpolder gelegen. Bij de Scharrendam begon de zeedijk van deze in 1591 verdronken polder; het punt is nog steeds van belang voor de oeververdediging, die hier wegens de vele afschuivingen grote zorg vereist. De Molenpolder heeft in de loop der tijd gebied moeten prijs geven. Hij inundeerde o.a. in 1808 en bij de ramp van 1 februari 1953 (15 ha dras; water vrij 1 maart 1953). De polder maakte deel uit van het calamiteuze waterschap Walsoorden Zandpolder) en heeft tot de v.m. gemeen ten Ossenisse, later Vogelwaarde, en Hontenisse behoord.

4. Polder in de gemeente Middelburg; op genomen in het Waterschap Walcheren (opgericht 1965); oppervlakte ca. 24 ha; hoogteligging ca. 1,0 m + N.A.P. De polder behoort tot het bemalingsgebied Ritthem Walcheren, Polder-). Tegen de oostzijde van de polder ligt Nieuwland. De Molenpolder kwam in 1672 tot stand als herdijking van het in 1671 geinundeerde deel van de Nieuw-St.-Jooslandpolder. De 'sla perdijk' in het zuiden, ten westen van Oudedorp, behoedde het grootste deel van deze polder voor overstroming; in 1750 echter gebeurde het omgekeerde. De Molenpolder dankt zijn naam aan de in 1657 gebouwde, eerste molen van St.-Joos land, welke in 1874 afbrandde. Hij stond ca. 300 m ten noordoosten van de huidige molen van Nieuwland; het was een standaardmolen. De Molenpolder heeft behoord tot de v.m. gemeente Nieuwen St.-Joosland.

5. Polder in de gemeente Reimerswaal, aan de Oosterschelde (Verdronken Land van Zuid-Beveland); opgenomen in het Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noorden Zuid-Beveland; oppervlak te ca. 43 ha; hoogteligging ca. 0,7 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal De Moer Brede Watering Bewesten Yerseke). De bebouwing van de plaats Yerseke loopt door tot in de polder. Buitendijks beoefent men de oesterteelt (oesterputten). De polder werd bedijkt na 1530/32, toen oostelijk Zuid-Beveland onder de golven verdween. Hij heeft behoord tot de heerlijkheid Yerseke en ontleende zijn naam aan de ligging nabij de molen van Yerseke. De polder werd ook wel Poppendijksche polder genoemd, naar het oude, voormalige gehucht ter plaatse. Molen inundeerde in 1682, 1715 en 1906; al in de 18e eeuw was de polder calamiteus; vrijverklaring geschiedde in 1865. Het archief van de Molenpolder is in mei 1940 door oorlogshandelingen nagenoeg geheel verbrand.

6. Polder in de gemeente Tholen; opgenomen in het Waterschap Tholen (opgericht 1959); oppervlakte ca. 3 ha. Het gebied van de polder is gedeeltelijk bebouwd; de rest wordt in beslag genomen door het industrieterrein van St.-Maartensdijk. Het Molenpoldertje is de kleinste polder in Tholen. De vroegere naam luidde Al te Klein. De polder behoorde tot de heerlijkheid St.-Maartensdijk. Hij inundeerde in 1715, 1808 en 1825 en werd in de 19e eeuw bij het Waterschap St.-Maartensdijk gevoegd Oudelandpolder, 2). De scheidingsdijk is geslecht, zodat het poldertje niet meer in het terrein te herkennen is. 7. Polder in de gemeente Veere, gelegen aan de oostzijde van de Vrouwepolder aan het Veerse Meer; opgenomen in het Waterschap Walcheren (opgericht 1965); opper vlakte ca. 2 ha. Het poldertje, thans een duinpoldertje, da teert waarschijnlijk van vóór 1524. Het dankt zijn naam aan de houten baliemolen, welke er in 1837 gebouwd werd en die in 1930 is afgebrand. In de 16e eeuw heette het poldertje achtereenvolgens Sint-Annapolder, Jerollepolder en Barradotspolder. Jonkvrouw Barradot verkocht het in 1627 aan de Polder- Walcheren. De Molenpolder is geinundeerd geweest in 1750; van herdijking is niets bekend; daarna is de zeedijk vermoedelijk ondergestoven en ging het poldertje de oostelijke uitloper van de Walcherse duinen vormen. Ook overstroomde de polder bij de ramp van 1 februari 1953 (watervrij 10 februari 1953). Het poldertje heeft behoord tot de v.m. gemeente Vrouwenpolder. 8. Stroodorpepolder (1).


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II, III en IV. C. Dekker, Zuid-Beveland. Roessingh, Buarland. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. Walraven en Polderdijk, Nieuw- en St.-Joosland. J.P.B. Zuurdeeg, De Brede Watering, polder Molen.


AFBEELDING

De Oosterschelde bij Yerseke met de slikken voor de Molenpolder.