Westpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Westpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

1. Polder in de gemeente Kortgene (Noord-Beveland); opgenomen m het Waterschap Noord-Beveland, thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; opp. ca. 91 ha; hoogte gemiddeld 0.7 m + N.A.P.; afwatering via het gemaal aan de Willempolder. Het bedijkingsoctrooi voor de Westpolder uit 1680 omvatte ook de vergunningen voor het bedijken van de Oost-, de Stads- en de Adriaanpolder. De Westpolder kwam in 1686 tot stand. De polder behoorde grotendeels tot de heerlijkheid Kortgene en voor een klein deel aan het Gemeen Ambacht. Langs de scheidingsdijk met de Willem Adriaanpolder wordt op de Hattinga-kaart van Noord-Beveland (1751) het 'Geregt van Cortgeen' aangegeven. De betreffende dijk werd later de Galgendijk genoemd. Hier heeft waarschijnlijk de galg gestaan om de vonnissen van de heer van Kortgene uit te voeren. Na de stormvloed van 1953 werd deze dijk enkel als weg hersteld. De Westpolder kwam na deze ramp weer droog op 25 april 1953. Tot 1959 behoorde de polder tot het uitwateringswaterschap Stads c.a. (opgericht 1871).

2. Waardepolder.

3. Nieuwe Hinkelepolder.

4. Van Alsteinpolder. Verdronken Land van Saaftinge.

5. (Grote(West)polder). Voormalige polder in West Zeeuws-Vlaanderen, aan de noordzijde van het eiland Biervliet; bedijkt spoedig na de St.-Elizabethsvloed van 1404; ook bekend als Polder van Boterzande. Hij overstroomde o.a. in 1421, 1530/32 en 1552; omstreeks 1550 bedroeg de oppervlakte 400 gemeten. De polder verdween bij de inundaties aan het eind der 16e eeuw, i.v.m. de Tachtigjarige oorlog.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen I. Gottschalk, Historische geografie.