Kortgene

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kortgene
Luchtfoto van Kortgene. Foto: A.F. Dingemanse, 1995. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 51458

Het dorp: kenmerken

Dorp (smalstad) binnen de gemeente Noord-Beveland. Het aantal inwoners bedraagt 1.910 (1 januari 2021). Het was in de middeleeuwen de enige plaats op Noord-Beveland met stadsrechten; als stad voor het eerst vermeld in 1431 als 'die stede van Cortkene'. Als naamsverklaring wordt gegeven: korte kene korte sprink of beek; Reygersbergh meende de naam als 'korte jegentheyt' te mogen uitleggen, wat volgens Boxhorn als 'korte eygenheyt' moet worden gelezen, d.w.z. 'kort en smal in haar begryp en gesach'. Door zijn gunstige ligging bij het Veerse Meer heeft het dorp Kortgene zich na de ramp van 1953 ontwikkeld als recreatiecentrum. De jaarlijkse toeristenstroom concentreerde zich aanvankelijk op de nieuwe jachthaven Delta Marina annex bungalowpark Deltona en de Boogert) bij het dorp. Later werd aan het Veerse Meer ook een ruime camping aangelegd. Op de plaats van 'Delta Marina' lag vroeger de haven van het veer op Wolphaartsdijk; de veerdienst is in 1960 gestaakt omdat zij overbodig was geworden door de aangelegde dam door de Zandkreek.

Vlag

Deze werd vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 1965. Het gemeentewapen is geplaatst op een groen veld met twee gele banen, symbool van het groene eiland Noord-Beveland en zijn gouden korenvelden.

Varia

Kermis op vrijdag na de derde woensdag in juli t.m. maandag daarop volgend, behalve zondag.

Monumenten

De stormvloeden van 1530/32 hebben het oude Kortgene vrijwel weggevaagd. Alleen de toren uit de 15e eeuw is blijven staan. Het is de enige toren op Noord-Beveland die genoemde stormvloed en de daarop volgende langdurige inundatieperiode heeft overleefd (1530-1684). In 2000 werd een brief van het gemeentebestuur uit 1833 herontdekt. Hieruit blijkt dat in de (landbouw)haven van Kortgene, deels gedempt in 1961, andere resten lagen van het verdronken stadje. De brief spreekt van: ‘het overblijfsel van fondamenten van oude gebouwen welke bij laag water in de Haven zigtbaar zijn, waaromtrent ons echter ook niets anders bekend is’. Herstel van de kerk volgde eerst in 1686 (na de bedijking van de Stadspolder in 1684); restauraties in 1754 en 1955. De korenmolen 'De Korenbloem' uit 1873 is een ronde, ongetailleerde, stenen bovenkruier niet schuin geschoorde stelling. In de aanleg van het nieuwe Kortgene is het 17e-eeuwse dambordpatroon herkenbaar nederzettingen). Volgens Smallegange zou er te Kortgene een kasteel gestaan hebben.

Geschiedenis

Kortgene wordt voor het eerst als parochie vermeld in 1247. De kerk die aan de H. Maagd was gewijd, behoorde aan het kapittel van St.-Pieter te Utrecht. Ze is waarschijnlijk een dochter geweest van die van Welle. Philips van Borssele, die de kerk liet versterken, bouwde in 1413 een nieuwe kerk. Nog eer deze klaar was, verbrandde ze met bijna geheel Kortgene en moest opnieuw worden gebouwd. In de parochie Kortgene kende men ook een kapel, die aan St.-Nicolaas was gewijd. Hier overleed in 1505 Floris van Borssele, de bastaard van Frank van Borssele. Tien jaar eerder was zijn moeder, Margaretha van Hasselt, er gestorven. Zij heeft de kerk in haar testament rijkelijk bedacht, onder voorwaarde dat, tot bevordering van haar zielerust, ten eeuwigen dage door acht priesters dagelijks de zeven getijden zouden worden gezongen. Sindsdien werd de kerk te Kortpene een kapittelkerk. De stormvloeden van 1530 en 1532 hebben hieraan een einde gemaakt. Na de herdijking in 1684 werd voor het eerst in de herbouwde kerk gepreekt op 14 april 1688. C. Snoeck kwam hier als eerste predikant in 1689. Behalve de Hervormde heeft men te Kortgene ook een Gereformeerde Gemeente. Zie ook pag. 198 voor illustraties.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen; aanvulling Jan J.B. Kuipers (2014)

Literatuur

  • Boxhorn Reygersberg, Chroniek.
  • L.W. de Bree en M.P. de Bruin, Zeeuws prentenboek.
  • Van Empel en Pieters, Zeeland.
  • Grijpink, Register op de parochiën.
  • Van Heussen van Rijn, Bisdom Middelburg.
  • A. Hollestelle, Tholen.
  • Kok, Zeeuwse patrocinia.
  • Jan J.B. Kuipers (red.), Sluimerend in slik. Verdronken dorpen en verdronken land in zuidwest Nederland (Middelburg/Vlisingen 2004) o.a. 48-49 nr. 25. [1]
  • Muller Hz., Indeling van het bisdom.
  • W.S. Unger en J.J. Westendorp Boerma, De steden van Zeeland, De steden van de Bevelanden en van Tholen, A.Z.G. 1957, 26-27.
  • Wilderom en De Bruin, Tussen afsluitdammen 1.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984