Paulinapolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Paulinapolder

Polder in de gemeente Terneuzen, gelegen aan de Westerschelde (Vaarwater langs de Paulinapolder); op genomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca. 225 ha, hoogteligging 1,6 tot 2,3 m + N.A.P.; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Nol Zeven Hoofdplaatpolder). De polder werd in 1845 bedijkt op voormalige staatsschorren, aangekocht door de Compagnie van Pussemier uit Assenede (België). De bedijking werd gelijk uitgevoerd en voltooid met die van de aangrenzende Thomaespolder. Wegens onrust onder het werkvolk werd in Biervliet een compagnie soldaten gelegerd. In de Paulinapolder in wording werd een stenen directieverblijf met achtkantige koepelkamer gebouwd. Thans bevindt zich hier de boerderij 'Het Paviljoen'. Dergelijke paviljoens werden destijds vaker gebouwd bij grotere inpolderingen. In West Zeeuws-Vlaanderen was dat nog het geval in de Sophiapolder (1807). In 1902 kreeg de Paulinapolder een eigen haventje, de Paulinahaven. In onbruik sinds 1965 verdween het in de jaren zeventig bij de dijkverzwaring tot deltahoogte. De Paulinapolder viel binnen de voormalige gemeente Biervliet. Voor de polder, ten noorden waarvan het verdronken Wevelswale ongeveer heeft gelegen, bevindt zich een schorgebied. Tot voor enkele decennia lag hier ook het z.g. `schoreiland'. Tussen dit eiland en het aan de dijk grenzende schor lag het geultje de Appelzak; dit is voortdurend in grootte afgenomen, terwijl het schoreiland zijn begroeiing vrijwel geheel verloor.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. Van Empel en Pieters, Zeeland, 145, 317. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.


AFBEELDING

Het haventje van de Paulinapolder, dat bij de dijkverzwaring in de jaren zeventig verdween.