Oud-sabbingepolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oud-sabbingepolder

Polder in de gemeente Goes, aan het Veerse Meer (achter de Muidenweg); opgenomen in het Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 128 ha; hoogteligging gemiddeld 0,6 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Oosterland in de Oosterlandpolder. In de polder ligt Oud-Sabbinge. De Oud-Sabbingepolder is een deel van een van de oudste Zeeuwse bedijkingen; hij dateert van vóór 1216 en is het enig overgebleven deel van het oude eiland Wolphaartsdijk, dat door de Schenge van Zuid-Beveland gescheiden was en waarvan het overige gebied in 1334 verloren ging. De andere delen van Wolphaartsdijk zijn wel weer her dijkt, maar hebben alle een 'drijvende' periode gekend. Van Oud-Sabbinge gingen bij de vloed van 1334 aan de oost- en zuidzijde eveneens stukken verloren. Na vermoedelijk later nogmaals geïnundeerd te zijn liep de polder tevens onder bij de vloed van 1 februari 1953 (via de Oosterlandpolder; watervrij 24 februari 1953). De polder heeft behoord tot de oude heerlijkheid Sabbinge, die in 1457 met Oostkerke verenigd werd, en tot de voormalige gemeente Wolphaartsdijk; van 1577 tot 1959 maakte hij deel uit van het waterschap Oud-Wolphaartsdijk, dat verder omvatte de polders Fredericus, Oosterland en Zuiderland. Het waterschap was opgericht wegens de deernisvolle toestand door de oorlogshandelingen van die dagen en wegens de vele stormvloeden van de 16e eeuw.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen III. J.P.B. Zuurdeeg, Brede Watering, Oud-Wolphaartsdijk.