Kamperlandpolder (camperlandpolder)

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kamperlandpolder (camperlandpolder)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Polder in de gemeente Wissenkerke (Noord-Beveland); opgenomen in het waterschap Noord-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 235 ha; hoogteligging gemiddeld 1,1 m N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal aan de Willempolder. De bedijking kwam in 1658 gereed; oorspronkelijke oppervlakte ca. 217 ha. De Kamperlandpolder is als opwas bedijkt, hetgeen op Noord-Beveland verder alleen nog bij de Oud-Noord-Bevelandpolder te constateren valt. De polder behoorde aan de heerlijkheden Wissenkerke, Geersdijk en Oud Kampen en was ook bekend onder de naam Oud-Kampenpolder en Nieuw-Wissenkerkepolder (respectievelijk het westelijk en oostelijk deel van de polder). Een deel van de polder is bekend als Thibautje, naar de oude Zeeuwse regentenfamilie Thibaut Aagtekerke). De Kamperlandpolder vormt de kern van westelijk Noord-Beveland; eromheen zijn in de loop der tijd nog twaalf andere polders bedijkt, waarvan de Spieringpolder (1856) de laatste was. Vóór de bedijking van de Heer Janszpolder heeft de Noord Bevelandse aanlegplaats van de veerdienst op Veere waarschijnlijk bij het zgn. Plankendorp aan de Kamperlandpolder gelegen. Tot 1959 was de Kamperlandpolder aangesloten bij het uitwateringswaterschap Heer Jansz c.a. (opgericht 1879).


AUTEUR

J. Kuipers


LITERATUUR

De Bruin en W'ilderom, Tussen afsluitdammen.