Spieringpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Spieringpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Polder in de gemeente Wissenkerke (Noord-Beveland), aan het Veerse Meer: opgenomen in het Waterschap Noord-Beveland, later Waterschap Noord- en Zuid-Beveland en thans Waterschap Scheldestromen: oppervlakte circa 176 hectare hoogte gemiddeld 1.3 meter +N.A.P.: afwatering via het gemaal aan de Willempolder. De polder is de jongste van Noord-Beveland en is in de zuidwesthoek verbonden met het recreatie en vogelbroedgebied de Goudplaat (30 hectare). In 1855 werd aan de ambachtsgerechtigden van Soelekerke, Wissenkerke/Geersdijk en aan de eigenaar van het Spieringschor vergunning voor deze bedijking verleend. Het werk kwam in 1856 gereed: oorspronkelijke oppervlakte van de polder circa 165 hectare. De polder dankt zijn naam aan het Spieringgat, een zijtakje van het Veerse Gat en aan het Spieringschor. Het tijhaventje van de Spieringpolder was al in de jaren vijftig in verval. Het was toegankelijk voor schepen tot 250 ton en lag aan de oostzijde van de polder aan de Zandkreek. Aan de oostelijke oever van de polder hebben zich verscheidene vallen voor gedaan.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.