VC Vlissingen
VC Vlissingen is een amateurvoetbalclub uit Vlissingen. De club ontstond op 1 augustus 1916 als gevolg van het samengaan van de clubs EMM, Poseidon en Sportclub Vlissingen. De thuiswedstrijden worden op het sportterrein aan de Irislaan gespeeld.
Het standaardelftal speelt na het kampioenschap in de Eerste klasse (1C] in het seizoen 2013/14 in de Hoofdklasse van het Nederlands zondag-amateurvoetbal (hoofdklasse A). Het eerste zaterdagelftal speelt in de vierde klasse.
Geschiedenis
Voetbal Combinatie Vlissingen is opgericht op 1 augustus 1916, na een fusie tussen de drie (kleine) Vlissingse clubs Poseidon, EMM en Sportclub Vlissingen. De heer Dudok van Heel was de eerste voorzitter. De nieuwe fusieclub telde in het begin 80 leden en 3 elftallen. Het eerste kwam terecht in de 2e klasse en de thuiswedstrijden vonden plaats op het voetbalveld aan de Koudekerkseweg.
VC Vlissingen was een ambitieuze club. Als een van de eersten beschikten ze over een eigen kleedlokaal. Ook sportief timmerde de club aan de weg. Zo werd rond 1930 een fonds opgericht om een betaalde trainer te kunnen aanstellen. De eerste was de bekende Belg (en international) Van Halme. Bekende Vlissingen-spelers uit die beginjaren waren Jaap van Peenen en Henk (Katje) Kokelaar, de eerste aanvoerder van het Zeeuws elftal.
In 1942 werd Vlissingen kampioen van de tweede klasse, maar duurde het - door de oorlog - tot 1946 voordat het naar de eerste klasse kon doordringen, destijds het hoogste nationale niveau. Twee jaar lang kwam Vlissingen uit tegen gerenommeerde ploegen als Willem II, NAC, BVV, PSV en VVV. In 1948 volgde degradatie.
In de oorlog beschikte VCV niet meer over een eigen voetbalveld en moest haar thuiswedstrijden afwerken naar het terrein van DOSKO in Bergen op Zoom. Vanaf 1947 werd weer in Vlissingen gespeeld, nu op het (huidige) voetbalveld aan de Irislaan.
In 1955 bereikte Vlissingen, na promotiewedstrijden in verband met de invoering van het betaalde voetbal, weer de 1e klasse. Daarna volgde een zeer succesvolle periode. In 1956 werd de club kampioen in de 1e klas en werd met Hengelo en RFC uit Rotterdam gestreden om de nationale landstitel bij de amateurs. Daarin kwam het net iets tekort.
Eind jaren '50 was niet alleen sportief een memorabele periode. In het jubileumjaar 1956 werd door Vlissingen ook gestart met het zgn. Revanchetoernooi voor de afdelingskampioenen bij de zondagamateurs. Jarenlang kwamen vele topamateurteams naar Vlissingen om te strijden om de prachtige hoofdprijs van dit toernooi: het zilveren schip, een replica van Michiel de Ruijters Zeven Provinciën. In 1958 werd ook afscheid genomen van een legendarische VCV-speler: Pierre van der Schraaf, die 20 jaar in het 1e elftal speelde.
Het ledental van VC Vlissingen groeide in de jaren daarna voorspoedig. Dit had ongetwijfeld ook te maken met de goede prestaties van het eerste elftal in de eerste klasse. De thuiswedstrijden (vooral tegen Middelburg) werden soms bezocht door duizenden bezoekers en VCV beschikte enige tijd zelfs over twee supportersverenigingen.
In 1962 en 1964 werd Vlissingen opnieuw kampioen van de eerste klasse. Daarbij lukte het niet daarna het landskampioenschap te veroveren. Verschillende VCV-spelers speelden in die tijd voor vertegenwoordigende elftallen. Zo speelden keeper Wim Bos, Jan de Nooijer en Leen de Ridder verschillende wedstrijden voor het Nederlands Amateurelftal.
In 1962 nam de club haar eerste eigen semi-permanente clubhuis aan de Irislaan in gebruik. Daarna werden al snel plannen gemaakt voor de bouw van een geheel nieuw gebouw. Dit werd in 1968 gerealiseerd en is tot de dag van vandaag in gebruik. Vlissingen ontwikkelde in die tijd vele activiteiten. Zo werd een afdeling damesvoetbal opgericht, er werd mee gedaan aan de zaalvoetbalcompetitie, toernooien georganiseerd, reisjes georganiseerd, waren er kaart- en biljartclubs en bingo-avonden.
In de loop van de jaren '60 en vroege jaren '70 kwam sportief gezien de onvermijdelijke terugval. De positie in de top van het landelijk amateurvoetbal (vanaf 1975 de hoofdklas) kon niet worden vastgehouden en in de zeventiger en begin tachtiger jaren verbleef de V.C.V. vooral in de 2e klas, waarin het weer de strijd aanbond met Zeeuwse tegenstanders als Middelburg, Breskens, Zierikzee, Terneuzen, HVV ´24 en Sluiskil.
Jaren '80
Nadat in 1982 de (shirt)-sponsoring ook in het amateurvoetbal z´n intrede had gedaan ging de V.C.V. opnieuw op jacht naar een plaats op het hoogste amateurniveau. De hoofdsponsors Herstaco en Supermarkt Jan Koppejan stelden financiële middelen beschikbaar om deze ambities waar te maken. Zo werd onder leiding van de nieuwe voorzitter Piet de Jong de organisatie rond het 1e elftal verbeterd, o.a. door het aantrekken van de ervaren Roosendaalse trainer Cees Vermunt, en werden talentvolle Zeeuwse en Brabantse spelers, waarvan sommigen met betaald voetbalervaring, benaderd om bij de V.C.V. te komen spelen. Deze voor Zeeland nieuwe aanpak werd zowel binnen als buiten onze vereniging aanvankelijk met gemengde gevoelens ontvangen, maar toen in 1985 met het kampioenschap van de 2e klasse en de promotie naar de 1e klasse het eerste succes werd geboekt, verstomden de geluiden van de tegenstanders. Twee jaar later werd het oorspronkelijke doel reeds bereikt. De V.C.V. werd glansrijk kampioen van de 1e klasse en promoveerde naar de hoofdklas.
De jaren daarna speelde de club vele fantastische wedstrijden op het hoogste amateurniveau, waar duizenden supporters vanuit heel Zeeland van genoten. Hoogtepunten waren de wedstrijden om de KNVB-beker in het seizoen ‘88-’89 (met inmiddels de ex-Vlissinger Jo Jansen als trainer) met overwinningen tegen betaalde clubs als De Graafschap, FC Den Bosch en Telstar. In dit toernooi werd de V.C.V. pas in de kwartfinale aan de Irislaan door FC Den Haag uitgeschakeld. In deze wedstrijden maakte vooral ook Peter van Vossen furore.
De sportieve successen en het enthousiasme dat dit losmaakte bij supporters en ook sponsors, was aanleiding voor de club om een commissie in te stellen die de mogelijkheden voor toetreding van de V.C.V. tot het betaalde voetbal diende te onderzoeken. Deze commissie presenteerde uiteindelijk in het najaar van 1989 haar eindrapport met als conclusie dat er reële kansen voor de V.C.V. waren om op een redelijk niveau betaald voetbal te gaan spelen en adviseerde het bestuur hiervoor bij de K.N.V.B. een licentie aan te vragen. De ledenvergadering van de V.C.V. besloot met overgrote meerderheid dit advies op te volgen, waarna de aanvraag werd ingediend.
De voetbalbond beschikte in maart 1990 positief op de gevraagde proflicentie, hetgeen inhield dat de V.C.V. met ingang van het seizoen 1990-1991 in de 1e divisie zou gaan spelen. De betaald voetbalorganisatie van de club, die ook nog een 2e elftal op de been moest brengen, werd ondergebracht in een aparte stichting waarvan het bestuur voor het grootste gedeelte bestond uit bestuursleden van de vereniging. De meeste eerste elftalspelers van de V.C.V. maakten de overstap naar het betaalde voetbal, maar er werden ook nieuwe spelers van buitenaf aangetrokken. Het hoofdveld aan de Irislaan werd door de gemeente aan de normen en eisen van het betaalde voetbal aangepast en op 18 augustus 1990 speelde V.C. Vlissingen haar eerste profwedstrijd thuis tegen het Roosendaalse RBC. Het werd een fantastisch debuut voor 4000 toeschouwers dat eindigde in een 2-0 overwinning.
Ook in de weken daarna waren de resultaten hoopvol en alles leek erop dat de V.C.V. zou kunnen uitgroeien tot een goede middenmoter in de 1e divisie. Echter na enkele maanden bleek het fundament onder de betaald voetbalorganisatie niet stevig genoeg en kwam de V.C.V. in financieel zeer zwaar weer. Het bestuur moest wijken en de nieuwe beleidsvoerders wijzigden de naam van de BVO in VCV Zeeland. Voor het seizoen 1991-1992 konden de touwtjes nog net aan elkaar geknoopt worden, maar daarna lukte dat niet meer. De K.N.V.B. gaf geen nieuwe licentie meer af en het profavontuur van de V.C.V. was na twee jaar voorbij. Daarna volgde er voor V.C. Vlissingen een bijzonder moeilijke periode. De financiële positie van de club, die nog steeds gebukt ging onder de zeer hoge aanloopkosten van het betaalde voetbal, was feitelijk onhoudbaar en in 1994 volgde het onvermijdelijke faillissement. Er waren echter al voorbereidingen getroffen voor een doorstart en de club ging daarna onder dezelfde naam, Voetbal Combinatie Vlissingen, weer verder. De club had echter niet meer de kracht en de uitstraling van voorheen. Het 1e elftal speelde afwisselend in de 3e en de 4e klasse en het ledenaantal, dat eind jaren ´80 ca. 1.000 bedroeg, was meer dan gehalveerd. De club had bovendien problemen met het werven van vrijwilligers om het vele werk dat in een vereniging gebeuren moet, uit te voeren. Af en toe waren er ook lichtpuntjes. Zo kreeg de V.C.V. in 1995 en 1996 de organisatie van wedstrijden van het Zeeuws elftal tegen resp. Champions League-winnaar Ajax en het Nederlands elftal dat in voorbereiding was voor de EK in Engeland, welke evenementen beide een groot succes werden . Desondanks waren de problemen in juni 2000 zo groot dat deze bijna tot het opheffen van de vereniging leidden, ware het niet dat oud-voorzitter Piet de Jong en een aantal andere mensen met een rood-wit hart besloten om nog een keer de schouders er onder te zetten. Men zag kans om met de bedrijven Kojo Engineering en C-Services Holland voor meerdere jaren nieuwe hoofdsponsors aan zich te binden en ook in sportief opzicht werd met oud-keeper Ruud Pennings als trainer geleidelijk weer nieuw elan gevonden. In het seizoen 2003-2004 resulteerde dit in een glorieus kampioenschap van de 4e klasse, hetgeen automatische promotie naar de 3e klasse betekende. Ondanks dat het sportief gezien weer goed ging met de VCV werd de toekomst van de vereniging toch niet bepaald rooskleurig ingezien. Als gevolg van de problemen in de periode 1990-2000 was het ledenaantal van de vereniging tot ca. 200 gedaald en met name de jeugdafdeling was heel erg klein geworden. Toen de gemeente Vlissingen in 2003, met het oog op de ontwikkeling van het bestemmingsplan Baskensburg, waarbij de sportvelden daar zouden moeten verdwijnen, aan de voetbalverenigingen Zeeland Sport, GPC en VC Vlissingen voorstelde om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een fusie van deze 3 verenigingen, reageerde bestuur en leden van de VCV dan ook positief. GPC haakte met het oog op behoud van de eigen identiteit echter direct af en later in het onderzoeksproces bleek ook bij Zeeland Sport onvoldoende bereidheid (en vertrouwen in onze vereniging) te bestaan om het tot een samensmelting van beide verenigingen te laten komen. Intussen bleef de VCV in sportief opzicht aan de weg timmeren en in 2006 volgde, na winst in de na-competitie van de 3e klasse, promotie naar de 2e klasse. Ook het 2e elftal en het A1 elftal speelden inmiddels op een relatief hoog niveau, waardoor deze teams zorgden voor een goede opleiding en doorstroming van spelers naar het 1e elftal. En omdat het ledenbestand van de vereniging, ook bij de jeugd, weer groeide zag de toekomst van de VCV ook “op eigen benen” er toch weer hoopvol uit.
Amateurs
In de jaren zestig speelde Vlissingen een prominente rol in het landelijke zondag-amateurvoetbal. In 1962[1] en 1964[2] werd het kampioenschap behaald in de eerste klasse E, het hoogste amateurniveau In de strijd om de landelijke zondag-amateurtitel speelde het evenwel geen rol van betekenis. In de tweede helft van de jaren zestig speelde Vlissingen nog wel mee om de bovenste plaatsen, maar een titel werd niet meer behaald. In 1970 degradeerde de club naar de tweede klasse. Met uitzondering van een korte periode waarin de club weer in de eerste klasse speelde (1974 en 1975) duurde dit verblijf in de tweede klasse tot 1985. Daarna werd de weg omhoog ingezet. Vanaf 1988 speelde Vlissingen weer op het hoogste niveau (hoofdklasse) met een elftal waar onder meer Leo Wesel, Peter van Vossen, Geert Bouwman en Ronald van Oeveren deel van uitmaakten. In 1990 trad Vlissingen toe tot het betaalde voetbal.
Betaald voetbal
VC Vlissingen speelde van 1990 tot en met 1992 twee seizoenen in de eerste divisie van het betaalde voetbal en is daarmee de enige profclub die de provincie Zeeland gekend heeft. Het eerste seizoen (1990/91) speelde het als VC Vlissingen, het tweede seizoen (1991/92) als VCV Zeeland.
Idee
Het profavontuur begon als een ambitieus project. In 1989 kwam amateurclub VC Vlissingen in de kwartfinale van het toernooi om de KNVB beker. Hiervoor had de club drie profclubs uitgeschakeld. Hierop kwam het besluit dat ook Zeeland een profclub waardig moest zijn. In 1990 trad VC Vlissingen toe tot het betaald voetbal met als doel het voetbal in Zeeland tot een hoger niveau te brengen. Nog nooit eerder was een Zeeuwse club toegetreden tot de professionele divisies, maar de verwachting was dat er wel draagvlak was voor het initiatief. Toch waren er vanaf het begin ook kritische geluiden, m.n. van ex-sponsor Paul Hermsen (Herstaco).[3] Laatstgenoemde liet zich herhaaldelijk zeer kritisch uit over het beleid van Vlissingen-voorzitter Piet de Jong.
Goede start
De start van VC Vlissingen in het betaald voetbal was hoopvol. De eerste wedstrijd, op zaterdagavond 18 augustus 1990, speelde het tegen RBC. Via 2 doelpunten van Remco van Keeken werd het 2-0 voor de Vlissingers. Het duel werd door circa 4.000 toeschouwers bijgewoond.[4]
Neergang
Hoewel de eerste weken en maanden sportief gezien redelijk waren, was er vanaf het eerste moment bestuurlijke onrust. Oude schulden van de amateurvereniging bleven de nieuwe club achtervolgen en maakte voortgang van het profavontuur vanaf het begin moeilijk. Met veel pijn en moeite werd de begroting voor het tweede seizoen rondgebreid - met hulp van ex-sponsor Hermsen na vertrek voorzitter De Jong - [5] de naam van de club werd op advies van de leiding gewijzigd in VCV Zeeland. Ook het twee profjaar werd geen succes, zowel sportief als financieel. De club stond in de eerste divisie steevast op de laatste plaats en financieel wanbeheer leidde ertoe dat de club daarna van de KNVB geen licentie meer kreeg om er nog een seizoen aan vast te plakken.[6] De club ging vanaf 1992 als VC Vlissingen verder in het amateurvoetbal.
Resultaten in het betaald voetbal
Seizoensoverzichten
Resultaten van VC Vlissingen sinds de toetreding in het betaald voetbal in 1990 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Seizoen | Competitie | Kwalificatie | KNVB beker | Bijzonderheid | ||||||||
Divisie | GW | W | G | V | DV | DT | PNT | POS | ||||
1990/91 | Eerste divisie | 38 | 6 | 7 | 25 | 35 | 87 | 19 | 20e | – | 2e ronde | VC Vlissingen treedt toe tot het betaald voetbal |
1991/92 | Eerste divisie | 38 | 4 | 6 | 28 | 36 | 93 | 14 | 20e | – | 2e ronde | Naams verandering naar VCV Zeeland |
Bekende en prominente oudspelers
Trainers
Trainer | Periode | Statistieken | Erelijst | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nat. | Naam | Van | Tot | GW | W | G | V | PT | DV | DT | % Winst | |
Jo Jansen | 1 juli 1990 | 30 juni 1991 | 38 | 6 | 7 | 25 | 19 | 35 | 87 | 23,68% | – | |
Louis Verstraaten | 1 juli 1991 | januari 1992 | – | – | – | – | – | – | – | – | – | |
Bert Pentury | februari 1992 | 30 juni 1992 | – | – | – | – | – | – | – | – | – |
Opnieuw amateurs
Na het faillissement van Vlissingen/VCV Zeeland in het betaalde voetbal keerde VCV in 1992 weer terug tot de rijen der amateurs. Omdat naar de amateurs terugkerende clubs van de KNVB weer op het laagste niveau moesten beginnen, gebeurde dat zeer lange tijd op het anonieme niveau van de vierde en derde klasse. Pas in 2010 keerde de club definitief terug naar de eerste klasse. In 2014 volgde promotie naar de hoofdklasse en in 2015 speelde de club verassend nacompetitie voor een plaats in de Topklasse. Door een 3-1 nederlaag tegen het Haagse HBS werd deze sprong niet gemaakt.
Auteur
Wim van Gorsel, 2015
Bronnen
Noten
- ↑ Krantenbank Zeeland, in: PZC, 30 april 1962
- ↑ Krantenbank Zeeland, in: PZC, 19 mei 1964
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Hermsen hekelt bestuur VCV', in: PZC, 16 maart 1990
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Droomdebuut voor Vlissingen', in: PZC, 20 augustus 1990
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'Hermsen in de bres voor Vlissingen', in: PZC, 12 januari 1991
- ↑ Krantenbank Zeeland, 'VCV Zeeland niet levensvatbaar', in: PZC, 3 juli 1992