Poel, De

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Poel, De

Laaggelegen gebied ten zuidwesten van Goes (oppervlakte ca. 5000 ha), in de Brede Watering Bewesten Yerseke, dat het grootste oude kerngebied in Zuid-Beveland is. Het deel van De Poel ten westen van Goes en ten noorden van de spoorlijn wordt wel de Kleine Poel genoemd. Bewoningskernen in De Poel zijn 's-Heer Hendrikskinderen en Wissekerke (Kleine Poel), 's-Heer Arendskerke, Baarsdorp, Sinoutskerke, 's-Heer Abtskerke en Nisse. Vooral vóór de recente ruilverkaveling was De Poel een fraai voorbeeld van een typisch Zeeuws cultuurlandschap. Het gebied, voor ruim ¾ in gebruik als weiland, werd gekenmerkt door grillige perceelsindeling en niveauverschillen. Het werd doorsneden door smalle grindwegen en sloten; het gebruik van de polsstok was hier vroeger wijd verbreid. Heggen omzoomden wegen en kavels. Men vindt er nog enkele vliedbergen. 's Winters was De Poel vanouds fourageergebied voor eenden en ganzen die hun rust plaatsen hadden op de platen in het Veerse Gat, later Veerse Meer. Het gebied ontstond omstreeks 2300 v.Chr. tussen twee ruggen van sedimenten, die respectievelijk door de zee en de rivieren aangevoerd werden. In de z.e. Subboreale periode werd in deze kom een dik veenpakket gevormd. Vanaf ca. 200 na Chr. werd dit veen weer overspoeld door de zee. Hierdoor ontstonden er in het veen stroomgeulen, die geleidelijk met zand werden opgevuld, terwijl op het veen de z. e. jonge zeeklei werd afgezet (iets dergelijks is nog waar te nemen op de huidige schorren, waar eenzelfde proces plaatsvindt). De geschetste ontwikkeling duurde acht negen eeuwen; tussen 1000 en 1200 begon men de kern van het huidige Zuid-Beveland te bedijken. De waterhuishouding werd ter hand genomen, waardoor het grondwaterpeil daalde en de veenlaag inklonk. De met zand opgevulde geulen bleven echter op hetzelfde peil. Tevens werd het reliëf beïnvloed door het opwerpen van zg. stellen (vliedbergen, werf). Op de stelbergen werden de eerste huizen gebouwd en op de ruggen wegen aangelegd. Voorts vond beïnvloeding van het reliëf nog plaats door vergraving van het veen, voor brandstof- en zoutwinning moernering). Om de veenlaag af te graven werd de bovenliggende kleilaag op richels gezet. Hierop vond de eerste spontane groei van meidoorns plaats. Later werden deze struiken aangeplant om als perceelsgrens te fungeren; zie ook heggen en houtwallen. De hoge polderwaterstand was een van de belangrijkste redenen voor het projecteren van een ruilverkaveling. Het landschapsplan (1967) bij de ruilverkaveling De Poel-Heinkenszand trachtte te voorzien in de instandhouding van de meest karakteristieke gedeelten van De Poel, te weten een heggenreservaat ten zuiden van Nisse en een ganzen reservaat bij Sinoutskerke. De biologische waarde van de heggebeplantingen is velerlei: door hun dichtheid en daardoor afschermende hoedanigheid t.o.v. de heersende, uit westelijke richtingen komende winden ontstaan microklimaten aan de lijzijde van hun standplaatsen, met hogere gemiddelde temperaturen. In deze biotopen komt een rijk insectenleven voor; dit koudbloedige deel van onze fauna zoekt n.l. steeds warme plaatsen. Deze rijkdom aan insecten trekt veel insectenetende vogels aan, die hier tevens volop geschikte nestgelegenheid vinden. De meidoornheggenlandschappen behoren dan ook tot de rijkste vogelgebieden die bekend zijn. Het heggenlandschap ten zuiden van Nisse is wel het bekendst. In 1982 is het sterk aangetast door bacterievuur perevuur). De grote open ruimten die worden aangetroffen hebben, naast het grote belang voor ganzen, ook grote betekenis voor de stand van weidevogels. De ruilverkaveling De Poel-Heinkenszand is inmiddels voltooid; in 1980 werd de acte van toedeling getekend. Het oorspronkelijke karakter van De Poel ging er grotendeels door verloren. Als recreatieve voorziening voor Goes kwam ten zuiden van 's-Heer Hendrikskinderen en 's-Heer Arendskerke het Poelbos tot stand, met daarin velden, waterpartijen, fiets-, wandel- en ruiterpaden. Zie ook bodem en landschap.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

W. Thijsen, De Poel als biologisch milieu. G.J. Slob, De vogelstand en andere biologische waarden in het toekomstig heggenreservaat nabij Nisse. Dekker. Zuid-Beveland. Wilderom, Tussen afsluitdammen III. De Bruin en Kannegieter, Zeeland bij gaslicht. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.


AFBEELDING

Gezicht vanaf een dijk op de hollebollige weilanden en de meidoornheggen in De Poel, in de omgeving van het dorpje Nisse.