Mettenijepolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Mettenijepolder

Polder in de gemeente Oostburg; opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca 78 ha, hoogteligging ca. 1,3 m + N.A.P.; behorend tot de hoofd afwateringsgebieden Cadzand Kievitte polder) en Nieuwesluis Jong-Breskenspolder). In de polder ligt een deel van Nieuwvliet; in het zuidoosten is de scheidingsdijk met de St.-Janspolder gedeeltelijk opgeruimd. De polder werd in 1543 aan het eiland Cadzand toegevoegd door Jan (van) Adornis Adornispolder) of diens weduwe, Catharina Metteneye. Jan Adornis overleed in het jaar van de bedijking korte tijd later stierf ook zijn weduwe. Evenals de familie Adornis waren de Metteneyes aanzienlijke kooplieden uit Brugge. In de polder heeft het slot van de heerlijkheid Nieuwvliet gestaan. Metteneye was eveneens een heerlijkheid (onderdeel van de heerlijkheid Nieuwvliet). Het grootste deel van de Mettenijepolder behoorde ertoe en ook waarschijnlijk een deel van de St.-Jans polder. De Mettenijepolder overstroomde bij de militaire inundaties van ca. 1583 en werd her dijkt in 1607. Hij heeft deel uitgemaakt van het waterschap Cadzand Oudelandsche Polder) en viel binnen de voormalige gemeenten Nieuwvliet (grotendeels) en Zuidzande.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie II. G.P. Roos, Woordenboek. J. de Hullu, Toevoegsels op Roos. Van Empel en Pieters, Zeeland door de eeuwen heen. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.