Kleine Polder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kleine Polder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


1. Polder in de gemeente Oostburg (Kleine Gerard de Moorspolder), gelegen aan de Noordzee (Wielingen); opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca. 44 ha; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Nieuwesluis Jong-Breskenspolder). Op de zuid- en oostgrens van de polder loopt een deel van de Zwartegatsche Kreek, uitkomend in de plas het Zwarte Gat in het noordoosten van de polder. De polder kwam tot stand tussen 1282 en 1348. Hij overstroomde o.a. bij de vloed van 1375/76. Op 16e-eeuwse kaarten komt hij voor als Polder van Namen. De polder was opgenomen in de Ser Gerard Moorswatering Na de inundaties i.v.b. met de 80-jarige oorlog werd hij in 1613 als een van de 'Catspolders' herdijkt door de gebroeders Jacob en Cornelis Cats en begrepen onder de watering van Groede Oude Groedsche Polder). De Kleine Polder overstroomde nogmaals in 1682. Hij heeft behoord tot de voormalige gemeente Groede. Vóór de polder zijn de`Groene duintjes' ontstaan.

2. Voormalige polder in Zuid-Beveland, gelegen tussen Kruinin g en en Waarde. Het poldertje werd waarschijnlijk kort na 1269 door de ambachtsheren van Waarde in de westelijke Hinkelemonding bedijkt. De oppervlakte bedroeg 57 gemeten.

3. Nieuwe-West-Kraaijertpolder.

4. Pier-en-Pinkspolder.


AUTEUR

J. Kuipers


LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie. Roos, Woordenboek. De Hullu, Toevoegsels op Roos. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. C. Dekker, Zuid-Beveland.


AFBEELDING

Tot zomerwoningen verbouwde arbeiderswoningen in de Kleine Polder nabij de scheidingsdijk met de Gerard de Moorspolder 1966).