Hooglandpolder

Hooglandpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Polder in de gemeente Hontenisse, in het noordwesten gelegen aan de Westerschelde; opgenomen in het Waterschap Hulster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 442 ha, hoogteligging 0,4 tot 1,5 m N.A.P. In het zuidwesten, vóór de polder, ligt aan het eind van een in 1850 tot stand gekomen uitwateringskanaal het gemaal Campen (dieselgemaal met 2 schroef-centrifugaalpompen; cap. elk 280 M3 per min. bij opvoerhoogte 4,4 m; bemalingsgebied 6630 ha, incl. ca. 440 ha in Waterschap Axeler Ambacht; gesticht 1967). Het noordelijk polderdeel watert af via de uitwateringssluis bij Knuitershoek Nijspolder). De ten zuiden van Zeedorp/*Ossenisse gelegen polder kwam in 1610 tot stand op het gebied van de Kerckepolder, die na de vloeden van 1530/32 niet was herdijkt. De Kerckepolder was een van de polders van Ossenisse. Op het gebied van de Kerckepolder is vóór de Hooglandpolder ook nog de Ser Arendspolder ontstaan (1710). De Hooglandpolder heeft achtereenvolgens behoord tot de v.m. gemeenten Ossenisse en Vogelwaarde en is vóór de polderconcentratie opgenomen geweest in het waterschap De Verenigde Polders van Ossenisse, dat verder omvatte de polders Nijs en Ser-Arends.

De polder overstroomde bij de vloed van 1 februari 1953 (watervrij 7 maart 1953).

AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. K.J.J. Brand, Oost-Zeeuws-Vlaamse polderland.