Zuidkreek
Zuidkreek |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
1. Westelijkste van drie verdwenen restgeulen van de dichtslibbende Schelde tussen Zuid-Beveland en Woensdrecht (Noord-Brabant); de oostelijkste was de Agger; de middelste de Kromvliet. In de Zuidkreek, die o.a. nog voorkomt in de Atlas van Zeeland van 1760, kwam de Mosselkreek uit. 2. (Groote Kreek). Voormalige kreek in de Canisvliet-Binnenpolder (O.Z.Vl.). Liep van Passluis naar Oudenburgsesluis (België).
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Beekman, De wateren, 157, Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. Atlas van Zeeland (Tirion).