Zuidkerke

Zuidkerke (zuutkerke)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Was de belangrijkste parochie en de hoofdplaats van het zesdedeel Zuidland en omvatte oorspronkelijk de gehele inham aan de zuidkant van Schouwen. De kerk, die doorde vele overstromingen reeds in 1291 naar een noordelijker gebied moest worden verplaatst, was gewijd aan St.-Christophorus. Zij was waarschijnlijk een dochter van die van Haamstede en de moeder van de andere kerken in het Zuidland, nl. Jackenkerke, Simonskerke, Brieskerke en, waarschijnlijk, van Rengerskerke. Zij was een belangrijke parochie blijkens de twee pastoorsplaatsen, die echter na de overstromingen van 1530 en 1532 tot één werden verenigd. Zij heeft tot 1555 bestaan. In 1558, na de opheffing van Zuidland, is het resterende deel bij het zesdedeel Haamstede gevoegd en een klein deel bij Kerkwerve. Wapen: De kaart van Schouwen van 1540 geeft op een zilveren schild een kerk met twee zijbeuken, met in een blauw schildhoofd een zon tussen twee kruisen, alles van goud. Op de wapenkaart van Smallegange (1696) is dit wapen vereenvoudigd tot een toren op een zilver en blauw doorsneden schild, waardoor, bewust of onbewust, het vergaan van het dorp treffend is voorgesteld. Het dorp werd voor de oprukkende zee nog een keer verplaatst, zodat Smallegange bij dit wapen vermeldt; Oudzuydkerk en Nieuwzuydkerk.