Oud-noord-bevelandpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:10 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oud-noord-bevelandpolder

Polder in de gemeente Kortgene (Noord-Beveland); opgenomen in het Waterschap Noord-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 1738 ha; hoogteligging gemiddeld 1,0 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal te Colijnsplaat (twee dieselaangedreven schroef- en centrifugaalpompen, capaciteit elk 110 m3 per minuut bij 1.20 m opvoerhoogte; bemalingsgebied 'de Valle'; oppervlakte 2530 ha; gesticht 1970). In de Oud-Noord-Beveland polder liggen de dorpen Colijnsplaat en Kats. Ten oosten van Colijnsplaat eindt men het Noordbevelandse aansluitpunt van de Zeelandbrug. Oud-Noord-Beveland is de oudste en grootste bedijking van het huidige Noord-Beveland. Tevens behoort de polder tot de acht grootste bedijkingen van Zeeland. In 1592 ontstonden weer plannen om over te gaan tot gedeeltelijke herdijking van het in 1530 ondergelopen Noord-Beveland. Hierin had vooral Maria van Nassau deel, de latere echtgenote van Graaf Philips van Hohenlohe, als vertegenwoordigster van haar in Spanje in gevangenschap verkerende broer Philips Willem. Het Oranjehuis had rechten op meer dan 6000 gemeten van het verdronken eiland. In 1593 werd het te bedijken gebied in kaart gebracht door de landmeters Simon en Cornelis Jansz. Het bedijkingsoctrooi werd in 1596 verleend; het werd in 1598 uitgevoerd. De polder ging behoren tot de heerlijkheden Colijnsplaat, Noord-Beveland, Gemeen Ambacht en Cats. De bedijkte oppervlakte bedroeg ca. 1895 ha; bijna 160 ha is dus verloren gegaan. De bedijking was voor de 16e eeuw een grote waterstaatkundige onderneming. De polder is als op was bedijkt, hetgeen op Noord-Beveland verder alleen nog is vast te stellen bij de Kamperlandpolder. De inpoldering bevatte ook het grootste deel van de Colijnsplaat. Enige kreken en geulen werden bij de bedijking afgedamd. Ook het (kleine) Faal (de Val) werd binnengedijkt. Op de kaart met de bedijkingsprojecten uit 1597 en één uit 1645, komen bij het oude Cats en in het noorden van de Oud- en Nieuw-Noord-Beveland polder kreken voor, die het Hollegadt heten. Hol of hel zou laaggelegen, moerassig betekenen. Op kaarten van 1597, 1598 en 1628 wordt bij Kats het Katse Rak (of Catsse Reck) aangegeven. De Zandkreek, die haar naam zou geven aan het Zuidvliet, was oorspronkelijk een kreek bij het oude Emelisse, zoals te zien is op de kaart van 1597. Het Calfvlietse Gadt, dat ook op deze kaart staat aangegeven, herinnert aan het oude Calvliet. Een aantal hofsteden in de Oud Noord-Bevelandpolder zijn bij of op de plaats van oude stelbergen gebouwd. Bij egalisatiewerkzaamheden in de polder (1938) trof men in de 'Emelisseweie' ten zuiden van Colijnsplaat restanten van oude bewoning aan. Het dorp Emelisse heeft ten zuiden van de latere Colijnsplaatse Groeneweg gelegen. In de vorige eeuw heeft men, in de bodem van gegraven sloten, vermoedelijk resten van de `keiweg' van Emelisse naar Kortgene gevonden. In de Wanteskuip, ca. 2,5 km ten westen van Colijnsplaat gelegen, zijn de overblijfselen van een kerkhof aan getroffen, mogelijk van het oude Soeke of Hoecke ('s-Gravenhoecke). Colijnsplaat en Kats hebben de grondstructuur van het Zeeuwse bedijkingsdorp uit de 17e eeuw. De eerste val aan de Noordbevelandse kust, die na 1800 plaatsgreep, was die van 9 juni 1811 aan de Oud-Noord-Bevelandpolder, waarbij ca. 950 m ten oosten van Colijns plaat de 'Capitalen Zeedijk' verzonk. De omvangrijkste oeverval aan de polder vond plaats op 11 augustus 1881 (zandverplaatsing ca. 450.000 m3). Oud-Noord-Beveland werd in de eerste helft van de 19e eeuw calamiteus; vrijverklaring volgde in 1864. Van 1934 tot 1959 vormden de Oud- en Nieuw-Noord-Bevelandpolder één waterschap. Het 'haventje aan de oesterput' in het noordwesten van de Oud-Noord-Beveland polder, eens een landbouwhaventje voor schepen tot 500 ton, biedt nog slechts plaats aan enkele visbootjes e.d.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen. Archief Zeeuwsch Genootschap 1925, Jaarverslag 1924/25, 1-3.


AFBEELDING

Westelijke kuip van de Oud-Noord-Bevelandpolder, oudste en grootste bedijking van Noord-Beveland (1975).