Colijnsplaat

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Colijnsplaat
Luchtfoto van Colijnsplaat. Foto: A.F. Dingemanse, 1995. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 51454

Het dorp: kenmerken

Dorp en voormalige gemeente in de Oud Noord-Bevelandpolder, Noord-Beveland; in 1941 met de gemeenten Kortgene en Kats samengevoegd tot een nieuwe gemeente Kortgene, vanaf 1995 onderdeel uitmakend van de nieuwe gemeente Noord-Beveland. Het aantal inwoners bedraagt 1.595 (1 januari 2021). De bedrijvigheid van het aan de Oosterschelde gelegen dorp speelt zich af rond de in 1961 aangelegde Rijksvissershaven, waar niet alleen uit Veere en Arnemuiden door de aanleg van Deltadammen verdreven garnalenvissers hun toevlucht hebben gezocht, maar waar o.a. ook vissers uit Kortgene en Colijnsplaat zelf te vinden zijn. Er is een vismijn. Te verwachten is dat de recreatiedrukte zal toenemen na de aanleg van een grote jachthaven. Op 4 juli 1981 werden deze haven en de gemeentelijke vismijn door de commissaris der Koningin dr. C.Boertien geopend. In Colijnsplaat doet zich al jaren het probleem van een te groot aantal 'tweede woningen' voor, waardoor het er buiten het toeristenseizoen stil is. Men hoopt dit op te lossen door een project van dorpsvernieuwing.

Colijnsplaat is sedert 1970 herhaaldelijk in het nieuws geweest door de ontdekking van belangrijke overblijfselen van een aan de godin Nehalennia gewijd Romeins heiligdom op de bodem van de Oosterschelde; de vindplaats ligt ca. 2,5 km ten noordwesten van het dorp (binnen de gemeentegrens van Zierikzee). Op enige afstand ten oosten van Colijnsplaat ligt de monumentale, 5021 m lange Zeelandbrug, die Noord-Beveland met Schouwen-Duiveland verbindt; opengesteld op 15 december 1965.

Wapen

Op de wapenkaart van Smallegange (1696) komt een zwarte patrijs voor. Bij de wapenbevestiging van 31 juli 1817 werd de patrijs afgebeeld in de natuurlijke kleur en op een grasgrond.

Varia

Kermis op vrijdag na de tweede woensdag in juli t.m. maandag daarop volgend, behalve zondag.

Monumenten

Ned. Hervormde kerk

De N.H. kerk uit 1769 is een eenvoudige zaalkerk met een houten torentje op het dak.

Travalje

Colijnsplaat kende drie hoefsmeden; twee in de Voorstraat (één tegenwoordig bij het solexmuseum) en één in de Irenestraat. Door de verzuiling in die tijd had iedere smid zijn eigen klanten. Na de watersnoodramp trad op Noord-Beveland ook de mechanisatie in en werden er minder paarden beslagen. De travaljes verdwenen uit het straatbeeld en door gebrek aan opvolging verdwenen ook de smederijen.

Korenmolens

De twee korenmolens zijn beide ronde ongetailleerde stenen bovenkruiers: `De Oude Molen' uit 1598 is een tamelijk taps toelopende grondzeiler; 'Nooit Gedacht' uit 1864 heeft een verticaal geschoorde stelling.

Oude pastorie

Rond 1769 gebouwd als pastorie van de Hervormde Gemeente. Nadat in 1928 de nieuwe pastorie in gebruik werd genomen, werd kleuterschool en verenigingsgebouw. In de volksmond bekend als 't Zaaltje. In die periode werd ook de oorspronkelijke Zeeuwse gevel vervangen en kreeg het gebouw zijn huidige aanzien.

Geschiedenis

Het dorp Colijnsplaat is gesticht op de in 1598 in de Oud Noord-Bevelandpolder binnengedijkte 'Colinsplate'. Deze 'plate' wordt genoemd in 1489 toen de Rooms-Koning Maximiliaan en zijn zoon Philips aan Floris van Borssele, heer van Kortgene, het gors ter bedijking gaven. Dit bedijkingsoctrooi werd in 1517 nog eens bekrachtigd, maar eerst tegen het einde van de 16e eeuw ging men tot bedijking over. De bouw van de huizen en de aanleg van straten in het dorp Colijnsplaat zijn vanaf het begin van de stichting zeer planmatig uitgevoerd. Colijnsplaat is een Voorstraatdorp nederzettingen). De belangrijkste straat is de Voorstraat, die uitloopt op de haven aande ene kant en de kerk aan de andere kant. Langs rechte straten, met niet bepaald tot de verbeelding sprekende namen als: Kruisstraat, West Achteren Oost Achterstraat, liggen vierkante bouwblokken. In 1599, dus kort na de stichting van het dorp, werd de gemeentehaven aangelegd; het is de oudste haven op Noord-Beveland. In de loop der jaren hebben verschillende uitbreidingen en verbeteringen plaatsgevonden. Er lag ook jarenlang een veerverbinding naar Zierikzee. Na de stichting van het dorp nam het aantal inwoners snel toe, in 1599 werd er reeds een gereformeerde gemeente geïnstitueerd, welke op de in 1602 te Tholen gehouden provinciale synode bij de classis Walcheren werd gevoegd. In 1602 kwam als eerste predikant in Colijnsplaat: Eduardus Adriaansz. Booms.

Veer naar Zierikzee

De oude landbouwhaven van Colijnsplaat was ooit onmisbaar voor de aan- en afvoer van goederen. Ook was het de thuishaven van het veer van Colijnsplaat naar Zierikzee dat dateerde uit 1599. In het begin was dit veer verpacht aan een veerman. Later werd het 'in 't gemeen' bediend door beurtschippers. In 1824 wordt over dit veer het volgende gezegd: 'Des Woensdagsnachts, of Donderdagsmorgens vroeg, naar dat dit met wind en getijde uitkomt, vaart ene marktschuit, die des avonds zo mogelijk terugkeert'. Men was niet alleen afhankelijk van de weersgesteldheid, regen, wind, maar ook van stroming, eb en vloed, golfslag en soms ijsgang. Vanaf de 19e eeuw werd er tot op zekere hoogte ook aandacht besteed aan het comfort van de reizigers: 'De dienst in dit veer zal worden verricht met enen overdekten hengst (type zeilvaartuig), hoogaars of eenen overdekten schuit voorzien van eene roef'. Met de dijkverzwaring in het kader van de Deltawerken (1979) werd de niet meer in gebruik zijnde haven gedempt en kwam er ook een einde aan de veerdienst.

Auteur

S.J.M. Hulsbergen. Aangevuld: W. van Gorsel, 2022.

Literatuur

  • De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.
  • Sandberg, Overzetveren, 63-66.
  • Reitsma en Van Veen. Acta.
  • Zie verder bibliografie. topografische ingang.

Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984