Jonker Frans(en)gat: verschil tussen versies
Importing text file |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
| above = Jonker Frans(en)gat | | above = Jonker Frans(en)gat | ||
}} | }} | ||
[[Bestand:Fransengat_442.jpg|thumb|right|225px|Gezicht over het Jonker Frans(en)gat in de tijd dat het inmiddels tot Sloe was geworden, tekening 19de eeuw?, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 442]] | |||
== == | |||
Voormalig water tussen de [[Schenge]] en de [[Wielingen]], vanaf omstreeks 1630 [[Sloe]] geheten; genoemd naar jonker [[Frans van Brederode]], die in 1488 met 48 `heuschepen' [[(heudeschepen)]]) voor het eerst dit water bevoer, uit vrees voor beschieting wanneer hij langs Arnemuiden zou varen. Brederode leidde zijn strooptocht vanuit Sluis (West-Zeeuws-Vlaanderen). Hij stond aan het hoofd der Hoeken (tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten) en voerde samen met [[Jan van Montfoort]], leider der Stichtse Hoeken, de zogenaamde 'Jonker-Fransen-oorlog'. Na een nederlaag in het Brouwershavensche Gat stierf Van Brederode (1490). Het Jonker Frans(en)gat en omliggende wateren zoals Veerse Gat, Zwake en Vlakke ontstonden als gevolg van de langdurige overstromingen na de vloed van 1014, waardoor grote delen van Walcheren en Zuid-Beveland onder water verdwenen. Met de tocht van jonker Frans van Brederode was de bevaarbaarheid van de later naar hem genoemde geul aangetoond. Wegens verzanding van de haventoegang van Arnemuiden werd omstreeks 1594 onder andere een hoofd in het Jonker Frans(en)gat gelegd. Hiervoor werden de stenen gebruikt van de vervallen kerk van [[Nieuwerkerke]]. | |||
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 == | |||
{{GoToOriginal}} | |||
== Auteur == | |||
-J. Kuipers | |||
== Literatuur == | |||
-Wilderom, Tussen afsluitdammen IV, 40; 386. | |||
-C. Dekker, Zuid-Beveland, 87. | |||
-Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. | |||
[[category:Water & energie]] | |||
[[category:topografie]] | [[category:topografie]] |
Versie van 19 feb 2016 10:40
Jonker Frans(en)gat |
---|
Voormalig water tussen de Schenge en de Wielingen, vanaf omstreeks 1630 Sloe geheten; genoemd naar jonker Frans van Brederode, die in 1488 met 48 `heuschepen' (heudeschepen)) voor het eerst dit water bevoer, uit vrees voor beschieting wanneer hij langs Arnemuiden zou varen. Brederode leidde zijn strooptocht vanuit Sluis (West-Zeeuws-Vlaanderen). Hij stond aan het hoofd der Hoeken (tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten) en voerde samen met Jan van Montfoort, leider der Stichtse Hoeken, de zogenaamde 'Jonker-Fransen-oorlog'. Na een nederlaag in het Brouwershavensche Gat stierf Van Brederode (1490). Het Jonker Frans(en)gat en omliggende wateren zoals Veerse Gat, Zwake en Vlakke ontstonden als gevolg van de langdurige overstromingen na de vloed van 1014, waardoor grote delen van Walcheren en Zuid-Beveland onder water verdwenen. Met de tocht van jonker Frans van Brederode was de bevaarbaarheid van de later naar hem genoemde geul aangetoond. Wegens verzanding van de haventoegang van Arnemuiden werd omstreeks 1594 onder andere een hoofd in het Jonker Frans(en)gat gelegd. Hiervoor werden de stenen gebruikt van de vervallen kerk van Nieuwerkerke.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
-J. Kuipers
Literatuur
-Wilderom, Tussen afsluitdammen IV, 40; 386.
-C. Dekker, Zuid-Beveland, 87.
-Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.