Abraham Crijnssen: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 11: | Regel 11: | ||
}} | }} | ||
== Benoeming tot kapitein == | == Benoeming tot kapitein == | ||
Abraham Crijnssen werd benoemd in 1665 en diende als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal [[Adriaan Banckert]] en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de | Abraham Crijnssen werd benoemd in 1665 en diende als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal [[Adriaan Banckert]] en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika. | ||
== Verovering Suriname en West-Indië == | == Verovering Suriname en West-Indië == |
Versie van 14 jun 2021 07:34
Abraham Crijnssen | |
---|---|
De vloot onder Crijnssen voor het vertrek naar West-Indië in 1666, ansichtkaart, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 31573 | |
Geboren | ? Vlissingen |
Overleden | 1 februari 1669 Suriname |
Beroep | kapitein Admiraliteit Zeeland |
VIAF | A. Crijnssen |
Benoeming tot kapitein
Abraham Crijnssen werd benoemd in 1665 en diende als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal Adriaan Banckert en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika.
Verovering Suriname en West-Indië
In februari 1667 veroverde Crijnssen in Suriname het fort Willoughby, dat vanaf toen Zeelandia werd genoemd. Op 6 maart werd de gehele kolonie door de Engelsen aan hem overgegeven. Crijnssen organiseerde nu eerst de verdediging en het bestuur van de veroverde kolonie, hoewel zijn instructie hem dit oponthoud niet veroorloofde. 17 April koos hij weer zee en via Berbice, dat ook in bezit werd genomen, ging het naar Tobago, dat eveneens weer onder Nederlands gezag werd gebracht. Vervolgens koerste hij naar Martinique, waar Crijnssen bericht ontving over een in de Westindische wateren opererende sterke Engelse scheepsmacht. Na overleg met de Fransen aldaar, werd besloten samen met een juist gearriveerd Frans eskader de Engelsen aan te tasten. Crijnssen zou het bevel voeren over een even groot gedeelte van de gezamenlijke scheepsmacht als de Franse opperbevelhebber en evenals deze zijn vlag van de grote top voeren. Vijf Franse schepen stelden zich dan ook onder Crijnssens bevel. Met de verenigde macht werd op 20 mei bij het eiland Nevis tegen de Engelsen slag geleverd. Hoewel Crijnssen blijk gaf van grote moed en doortastendheid eindigde het gevecht reeds na drie uren onbeslist als gevolg van wanorde en slecht manoeuvreren van de Fransen.
Virginia
Crijnssen zette nu koers naar Virginia, waar hij op de Jamesrivier een Engels oorlogsschip en een groot aantal koopvaarders, geladen met tabak, veroverde. Nadat de overige schepen waren verbrand, wist Crijnssen met elf prijzen ongehinderd te vertrekken in juni 1667. 25 Augustus liep hij behouden Vlissingen binnen. Als beloning ontving Crijnssen van de Staten-Generaal een gouden ketting met medaille. In februari 1668 vertrok Crijnssen met twee fregatten en een fluit opnieuw naar Suriname om het gebied in bezit te nemen. De Engelsen hadden het fort heroverd en wilden het niet overgeven, hoewel Suriname bij de vrede van Breda aan de Republiek was toegewezen. 20 April verscheen hij op de rivier van Paramaribo. Nadat de Engelsen zich hadden overgegeven fungeerde Crijnssen tot zijn dood als commandeur van Suriname.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
J.A. v.d. Kooij
Literatuur
- J.C.M. Warnsinck, Abraham Crijnssen, de verovering van Suriname en zijn aanslag op Virginië in 1667 (Amsterdam, 1936).
- Ruud Paesie, 'Abraham Crijnssen', in: J.R. Bruin et al., Zeeuwse zeehelden (Vlissingen, 2012) 123-125.
- Ruud Paesie, 'Nieuwe inzichten over het leven van Abraham Crijnsens', in: Den Spiegel (2011) 16-18.
- Doeke Roos, 'Vlissingse kapers op verre kusten. Over Abraham Crijnssen en Cornelis Evertsen de Jonge (Keesje de Duivel)', in: Den Spiegel nr. 3 (1991) 12-15.