Abraham Crijnssen/EvZ1982-1984

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken

(Vlissingen geboortedatum onbekend - Suriname 1 feb.1669). Kapitein bij de Zeeuwse admiraliteit. Benoemd in 1665, diende hij als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal Adriaan Banckert en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika. In februari 1667 veroverde Crijnssen in Suriname het fort Willoughby, dat nu Zeelandia werd genoemd. Op 6 maart werd de gehele kolonie door de Engelsen aan hem overgegeven. Crijnssen organiseerde nu eerst de verdedigingen het bestuur van de veroverde kolonie, hoewel zijn instructie hem dit oponthoud niet veroorloofde. 17 April koos hij weer zee en via Berbice, dat ook in bezit werd genomen, ging het naar Tobago, dat eveneens weer onder Nederlands gezag werd gebracht. Vervolgens koerste hij naar Martinique, waar Crijnssen bericht ontving over een in de Westindische wateren opererende sterke Engelse scheepsmacht. Na overleg met de Fransen aldaar, werd besloten samen met een juist gearriveerd Frans eskader de Engelsen aan te tasten. Crijnssen zou het bevel voeren over een even groot gedeelte van de gezamenlijke scheepsmacht als de Franse opperbevelhebber en evenals deze zijn vlag van de grote top voeren. Vijf Franse schepen stelden zich dan ook onder Crijnssens bevel. Met de verenigde macht werd op 20 mei bij het eiland Nevis tegen de Engelsen slag geleverd. Hoewel Crijnssen blijk gaf van grote moed en doortastendheid eindigde het gevecht reeds na drie uren onbeslist als gevolg van wanorde en slecht manoeuvreren van de Fransen. Crijnssen zette nu koers naar Virginia, waar hij op de Jamesrivier een Engels oorlogsschip en een groot aantal koopvaarders, geladen met tabak, veroverde. Nadat de overige schepen waren verbrand, wist Crijnssen met elf prijzen ongehinderd te vertrekken (juni). 25 Augustus liep hij behouden Vlissingen binnen. Als beloning ontving Crijnssen van de Staten-Generaal een gouden ketting met medaille. In februari 1668 vertrok Crijnssen met twee fregatten en een fluit opnieuw naar Suriname om het gebied in bezit te nemen. De Engelsen hadden het fort heroverd en wilden het niet overgeven, hoewel Suriname bij de vrede van Breda aan de Republiek was toegewezen. 20 April verscheen hij op de rivier van Paramaribo. Nadat de Engelsen zich hadden overgegeven fungeerde Crijnssen tot zijn dood als commandeur van Suriname.