Abraham Crijnssen: verschil tussen versies

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Importing text file
 
Wim van Gorsel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
 
(10 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox
{{InfoboxPersoon
| above      = Crijnssen, Abraham
| afbeelding = [[Bestand:Crijnssen_31573.jpg|350px]]
| naam = Abraham Crijnssen
| onderschrift = De vloot onder Crijnssen voor het vertrek naar West-Indië in 1666, ansichtkaart, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 31573
| geboortedatum = ?
| geboorteplaats = Vlissingen
| overlijdensdatum = [[1 februari]] [[1669]]
| overlijdensplaats = Suriname
| beroep = kapitein Admiraliteit Zeeland
| VIAF = [http://viaf.org/viaf/290907172 A. Crijnssen]
}}
}}
== Benoeming tot kapitein ==
Abraham Crijnssen werd benoemd in 1665 en diende als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal [[Adriaan Banckert]] en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie  kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika.


'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''
== Verovering Suriname en West-Indië ==
In februari 1667 veroverde Crijnssen in Suriname het fort Willoughby, dat vanaf toen Zeelandia werd genoemd. Op 6 maart werd de gehele kolonie door de Engelsen aan hem overgegeven. Crijnssen organiseerde nu eerst de verdediging en het bestuur van de veroverde kolonie, hoewel zijn instructie hem dit oponthoud niet veroorloofde. 17 April koos hij weer zee en via [[Berbice]], dat ook in bezit werd genomen, ging het naar Tobago, dat eveneens weer onder Nederlands gezag werd gebracht. Vervolgens koerste hij naar Martinique, waar Crijnssen bericht ontving over een in de Westindische wateren opererende sterke Engelse scheepsmacht. Na overleg met de Fransen aldaar, werd besloten samen met een juist gearriveerd Frans eskader de Engelsen aan te tasten. Crijnssen zou het bevel voeren over een even groot gedeelte van de gezamenlijke scheepsmacht als de Franse opperbevelhebber en evenals deze zijn vlag van de grote top voeren. Vijf Franse schepen stelden zich dan ook onder Crijnssens bevel. Met de verenigde macht werd op 20 mei bij het eiland Nevis tegen de Engelsen slag geleverd. Hoewel Crijnssen blijk gaf van grote moed en doortastendheid eindigde het gevecht reeds na drie uren onbeslist als gevolg van wanorde en slecht manoeuvreren van de Fransen.


== Virginia ==
Crijnssen zette nu koers naar Virginia, waar hij op de Jamesrivier een Engels oorlogsschip en een groot aantal koopvaarders, geladen met tabak, veroverde. Nadat de overige schepen waren verbrand, wist Crijnssen met elf prijzen ongehinderd te vertrekken in juni 1667. 25 Augustus liep hij behouden Vlissingen binnen. Als beloning ontving Crijnssen van de Staten-Generaal een gouden ketting met medaille. In februari 1668 vertrok  Crijnssen met twee fregatten en een fluit opnieuw naar Suriname om het gebied in bezit te nemen. De Engelsen hadden het fort heroverd en wilden het niet overgeven, hoewel Suriname bij de vrede van Breda aan de Republiek was toegewezen. 20 April verscheen hij op de rivier van Nieuw Middelburg (Paramaribo). Nadat de Engelsen zich hadden overgegeven fungeerde Crijnssen tot zijn dood als commandeur van Suriname.


(Vlissingen geboortedatum onbekend - Suriname 1 feb.1669). Kapitein bij de Zeeuwse admiraliteit. Benoemd in 1665, diende hij als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal Adriaan Banckert en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika. In februari 1667 veroverde Crijnssen in Suriname het fort Willoughby, dat nu Zeelandia werd genoemd. Op 6 maart werd de gehele kolonie door de Engelsen aan hem overgegeven. Crijnssen organiseerde nu eerst de verdedigingen het bestuur van de veroverde kolonie, hoewel zijn instructie hem dit oponthoud niet veroorloofde. 17 April koos hij weer zee en via Berbice, dat ook in bezit werd genomen, ging het naar Tobago, dat eveneens weer onder Nederlands gezag werd gebracht. Vervolgens koerste hij naar Martinique, waar Crijnssen bericht ontving over een in de Westindische wateren opererende sterke Engelse scheepsmacht. Na overleg met de Fransen aldaar, werd besloten samen met een juist gearriveerd Frans eskader de Engelsen aan te tasten. Crijnssen zou het bevel voeren over een even groot gedeelte van de gezamenlijke scheepsmacht als de Franse opperbevelhebber en evenals deze zijn vlag van de grote top voeren. Vijf Franse schepen stelden zich dan ook onder Crijnssens bevel. Met de verenigde macht werd op 20 mei bij het eiland Nevis tegen de Engelsen slag geleverd. Hoewel Crijnssen blijk gaf van grote moed en doortastendheid eindigde het gevecht reeds na drie uren onbeslist als gevolg van wanorde en slecht manoeuvreren van de Fransen. Crijnssen zette nu koers naar Virginia, waar hij op de Jamesrivier een Engels oorlogsschip en een groot aantal koopvaarders, geladen met tabak, veroverde. Nadat de overige schepen waren verbrand, wist Crijnssen met elf prijzen ongehinderd te vertrekken (juni). 25 Augustus liep hij behouden Vlissingen binnen. Als beloning ontving Crijnssen van de Staten-Generaal een gouden ketting met medaille. In februari 1668 vertrok Crijnssen met twee fregatten en een fluit opnieuw naar Suriname om het gebied in bezit te nemen. De Engelsen hadden het fort heroverd en wilden het niet overgeven, hoewel Suriname bij de vrede van Breda aan de Republiek was toegewezen. 20 April verscheen hij op de rivier van Paramaribo. Nadat de Engelsen zich hadden overgegeven fungeerde Crijnssen tot zijn dood als commandeur van Suriname.
== Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984 ==
 
{{GoToOriginal}}
 
AUTEUR


== Auteur ==
J.A. v.d. Kooij
J.A. v.d. Kooij


== Literatuur ==
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/040868702 J.C.M. Warnsinck, ''Abraham Crijnssen, de verovering van Suriname en zijn aanslag op Virginië in 1667'' (Amsterdam, 1936).]
*[http://zoeken.zeeuwsebibliotheek.nl/?itemid=|universal/sru|http://data.bibliotheek.nl/ggc/ppn/351995226 Ruud Paesie, 'Abraham Crijnssen', in: J.R. Bruin et al., ''Zeeuwse zeehelden'' (Vlissingen, 2012) 123-125.]
*[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/spg/2011-07-01/edition/null/page/18 Ruud Paesie, 'Nieuwe inzichten over het leven van Abraham Crijnsens', in: ''Den Spiegel'' (2011) 16-18.]
*[https://tijdschriftenbankzeeland.nl/issue/spg/1991-07-01/edition/0/page/11 Doeke Roos, 'Vlissingse kapers op verre kusten. Over Abraham Crijnssen en Cornelis Evertsen de Jonge (Keesje de Duivel)', in: ''Den Spiegel'' nr. 3 (1991) 12-15.]


LITERATUUR
[[category:Zeeuwen]]
 
[[category:persoon]]
Warnsinck, Abraham Crijnssen. Warnsinck, Abraham Crijnssen op de rivier van Virginië.
[[category:Maritiem]]
 
[[category:krijgswetenschap]]
 
= CRIMINALITEIT of misdadigheid =
'''Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984'''


 
{{DEFAULTSORT:Crijnssen, Abraham}}
Het gedrag dat in strijd is met de geldende rechtsorde. Door middel van de statistiek worden regionale verschillen geregistreerd. Het vaststellen van de oorzaken vergt evenwel diepergaand onderzoek. Met behulp van de statistiek kan dus een overzicht van de criminaliteit in een bepaalde regio worden verkregen doch nog geen inzicht. Uit de statistieken blijkt steeds weer dat Nederland grote verschillen vertoont op dit gebied, zowel in intensiteit als in verscheidenheid. Van Zeeland kan worden gezegd dat het in het beeld van de landelijke criminaliteit een plaats inneemt die niet sterk afwijkt, noch wat betreft de omvang noch wat betreft de trend. Het aantal ter kennis van de politie gekomen misdrijven steeg de afgelopen decennia in niet onbelan rijke mate, maar bleef beneden het landelijk gemiddelde alsmede beneden dat van de meeste overige provincies. Enkele categorieën misdrijven kwamen recentelijk nog in Zeeland wel betrekkelijk veel voor, nl. ruwheids-misdrijven en het rijden onder invloed van alcohol: in 1973 per 1000 inwoners resp. 1.8 en 0.9 (landelijk resp. 1.4 en 0.8). In 1976 en in 1978 stak deze provincie bij beide soorten misdrijven evenwel gunstig af. Ook de criminaliteit van vrouwen en die van jeugdigen ligt beneden het landelijk gemiddelde. Binnen de provincie manifesteren zich opmerkelijke verschillen vooral met betrekking tot het rijden onder invloed van alcohol. In sommige regio's gaat het bedrijven van bepaalde sociale activiteiten dikwijls gepaard met het gebruik van alcoholhoudende drank. In dit verband worden o.m. genoemd: prijskaarten, boogschieten, duivensport, tritsen (dobbelsteenspel), pieren (gooien met bollen met twee platte kanten) en bollen. Genoemde aktiviteiten vinden doorgaans plaats in en nabij een café.
 
 
AUTEUR
 
A.M. v.d. Broecke, D. van Ooijen
 
 
LITERATUUR
 
C.B.S. Regionaal statistisch vakboek 1972, 1974, 1977 en 1980. Van Ooijen. Zeeland en de 'alcoholische criminaliteit'.
 
 
 
 
 
[[category:persoon]]

Huidige versie van 14 jun 2021 om 07:36

Abraham Crijnssen

De vloot onder Crijnssen voor het vertrek naar West-Indië in 1666, ansichtkaart, ZB, Beeldbank Zeeland, recordnr. 31573
Geboren ? Vlissingen
Overleden 1 februari 1669 Suriname
Beroep kapitein Admiraliteit Zeeland
VIAF A. Crijnssen

Benoeming tot kapitein

Abraham Crijnssen werd benoemd in 1665 en diende als eerste kapitein aan boord van het schip van vice-admiraal Adriaan Banckert en in het najaar van 1665 als kapitein van de 'Prins te Paard'. In 1666 werd hij kapitein van de 'Zeelandia' en nam met dit schip deel aan de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni), de mislukte onderneming in de mond van de Theems (juli) en aan de Tweedaagse Zeeslag (4-5 augustus). In december 1666 werd hij aangesteld tot commandeur over een scheepsmacht, bestaande uit drie kleine fregatten en vier kleinere vaartuigen, door Zeeland uitgerust voor een expeditie naar West-Indië en de oostkust van Noord-Amerika.

Verovering Suriname en West-Indië

In februari 1667 veroverde Crijnssen in Suriname het fort Willoughby, dat vanaf toen Zeelandia werd genoemd. Op 6 maart werd de gehele kolonie door de Engelsen aan hem overgegeven. Crijnssen organiseerde nu eerst de verdediging en het bestuur van de veroverde kolonie, hoewel zijn instructie hem dit oponthoud niet veroorloofde. 17 April koos hij weer zee en via Berbice, dat ook in bezit werd genomen, ging het naar Tobago, dat eveneens weer onder Nederlands gezag werd gebracht. Vervolgens koerste hij naar Martinique, waar Crijnssen bericht ontving over een in de Westindische wateren opererende sterke Engelse scheepsmacht. Na overleg met de Fransen aldaar, werd besloten samen met een juist gearriveerd Frans eskader de Engelsen aan te tasten. Crijnssen zou het bevel voeren over een even groot gedeelte van de gezamenlijke scheepsmacht als de Franse opperbevelhebber en evenals deze zijn vlag van de grote top voeren. Vijf Franse schepen stelden zich dan ook onder Crijnssens bevel. Met de verenigde macht werd op 20 mei bij het eiland Nevis tegen de Engelsen slag geleverd. Hoewel Crijnssen blijk gaf van grote moed en doortastendheid eindigde het gevecht reeds na drie uren onbeslist als gevolg van wanorde en slecht manoeuvreren van de Fransen.

Virginia

Crijnssen zette nu koers naar Virginia, waar hij op de Jamesrivier een Engels oorlogsschip en een groot aantal koopvaarders, geladen met tabak, veroverde. Nadat de overige schepen waren verbrand, wist Crijnssen met elf prijzen ongehinderd te vertrekken in juni 1667. 25 Augustus liep hij behouden Vlissingen binnen. Als beloning ontving Crijnssen van de Staten-Generaal een gouden ketting met medaille. In februari 1668 vertrok Crijnssen met twee fregatten en een fluit opnieuw naar Suriname om het gebied in bezit te nemen. De Engelsen hadden het fort heroverd en wilden het niet overgeven, hoewel Suriname bij de vrede van Breda aan de Republiek was toegewezen. 20 April verscheen hij op de rivier van Nieuw Middelburg (Paramaribo). Nadat de Engelsen zich hadden overgegeven fungeerde Crijnssen tot zijn dood als commandeur van Suriname.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984

Auteur

J.A. v.d. Kooij

Literatuur