Willem Jobse
Willem Jobse | |
---|---|
Willem Jobse omstreeks 1945, bron: [C. Jobse, Het leven van Willem Jobse, 1919-2003 (Amsterdam/Gierle, 2004).] | |
Geboren | 18 augustus 1919 Aagtekerke |
Overleden | 26 december 2003 Veere |
Beroep | Willem Jobse (1919-2003), onderwijzer en leraar Nederlands, was in de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet tegen de Duitse bezetter en vestigde zich in 1945 buiten Zeeland. Vanaf 1982 (parttime) en definitief in 1995 woonde hij in Vrouwenpolder. |
VIAF | geen |
Opleiding als onderwijzer
Willem Jobse werd geboren als oudste zoon van landarbeider Jacobus Jobse en Maatje van Rotten. Als een van de heel weinigen in het landarbeidersmilieu werd Willem in staat gesteld om na de lagere school ‘door te leren.’ De Aagtekerkse hoofdonderwijzer Birza gaf hem belangeloos bijles, wat het mogelijk maakte dat Willem na de MULO meteen de Kweekschool voor het onderwijs in Middelburg kon doorlopen. Aan het eind van de jaren dertig behaalde hij daar het diploma. Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 was Willem Jobse gelegerd in Bergen op Zoom en daarna Rijswijk, maar als soldaat die nog in opleiding was, nam hij niet deel aan gevechtshandelingen. In juli 1940 ging hij als ‘kwekeling met akte’ aan de slag op de lagere school te Biggekerke. Daar werkten verder nog één onderwijzer, zonder hoofdakte, en schoolhoofd A. Janse, een bekend auteur in kringen van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Gedurende de eerste twee bezettingsjaren studeerde Willem Jobse voor de hoofdakte die vereist was voor de betrekking van hoofdonderwijzer.
Spionage
Via een voormalige medeleerling van de MULO, Simon Willemse uit Oostkapelle, rolde Willem in 1942 in de verspreiding van het verzetsblad Trouw. Nadat Willemse moest onderduiken, nam Willem Jobse de verspreiding van Trouw voor heel noordelijk Walcheren op zich. De Vlissingse rechtenstudent Jan van Alten had de algehele leiding over de verspreiding op het schiereiland. In de zomer van 1943 nam verzetsman C. Brouwer uit Dordrecht, lid van de groep-Albrecht, contact met beiden op. Voortaan verzamelden Jobse en Van Alten onder de codenamen ‘Wim en Jan Zeeland’ gegevens over de Duitse stellingen op Walcheren en de troepensterkte per stelling. Aan die vorm van spionage besteedde Willem Jobse in de rest van 1943 en tot aan de bevrijding van Walcheren in november 1944 veel tijd. Waar Van Alten zich specialiseerde in gegevens over Vlissingen, ging Jobse op zoek naar gegevens over het westen en het midden van Walcheren – waar hij dagelijks doorheen fietste van Aagtekerke naar Biggekerke en terug – en de omgeving van Veere en Arnemuiden. Tipgevers waren onder meer de contactpersonen uit de groep rond Trouw, medewerkers op gemeentehuizen, leveranciers en door gereformeerde predikanten op verzoek aangewezen betrouwbare streekgenoten. Incidentele tips werden verkregen van bijvoorbeeld een anti-Duitse Poolse soldaat, een meisje dat tewerkgesteld was als aardappelschilster voor de bezettingstroepen, enzovoort. Op centraal Walcheren waren heel weinig mensen Duitsgezind en kende de dorpsbevolking elkaar goed, wat er mede toe leidde dat Van Alten en Jobse nooit werden betrapt.
Rapporten
Na veel gepuzzel kon elke week of elke twee weken een rapport over de stellingen en de troepensterkte op de verschillende locaties op Walcheren worden opgesteld dat bij Brouwer werd afgeleverd. Aanvankelijk reisden Jobse en Van Alten samen of alleen naar Goes of Bergen op Zoom, later naar Dordrecht of Rotterdam waar ze hun rapport rechtstreeks aan topman Brouwer overhandigden. In het landelijk centrum van de groep-Albrecht werden de rapporten uitgewerkt, op microfiche gezet en via Zwitserland naar Londen overgebracht. Ook over de Bevelanden werden na verloop van tijd rapporten opgesteld. Een poging om ook West-Zeeuws-Vlaanderen in het speurwerk te betrekken, mislukte grotendeels vanwege een gebrek aan contacten daar.
Dat het soms lang duurde voor de verzamelde gegevens de geallieerde hoofdkwartieren bereikten, bleek uit het bombardement op Biggekerke op 17 september 1944 waarbij tenminste 46 doden vielen. Willem Jobse had eerder in twee rapporten vermeld dat de Duitse stellingen in het dorp waar hij onderwijzer was niet (meer) van kanonnen waren voorzien, maar dat in de plaats ervan boomstammen waren aangebracht die vanuit de lucht op kanonnen leken. Na 5 september 1944 was het niet meer mogelijk om met de leiding van de groep-Albrecht in Rotterdam contacten te onderhouden. Enkele malen gelukte het aan een marechaussee op een motor om rapporten over Zeeland, onder meer dat van 30 september, in Rotterdam af te leveren. Het waren waardevolle gegevens omdat de sterkte van de inmiddels ingesloten Duitse troepen toch niet meer veranderen kon. Later bleek dat Jan en Wim Zeeland de sterkte van de bezetting op Walcheren uitstekend hadden ingeschat. Willem Jobse bevond zich ten tijde van de bevrijding van het laatste deel van Walcheren, op 8 november, te Vrouwenpolder, bij het gezin van zijn aanstaande schoonouders. De dagen tevoren had hij geen kans gezien om nog voor het verzet nuttige taken op zich te nemen.
Naoorlogse jaren
Op 20 december 1944 trouwde Willem Jobse te Vrouwenpolder met de even oude Tine van Maldegem uit Gapinge. In januari 1945 werd hij opgeroepen voor het leger en ingedeeld bij het 14de Regiment Infanterie dat na zes weken naar Frankrijk vertrok voor opleiding. Toen het Regiment in de nazomer van 1945 naar het toenmalige Nederlands-Indië vertrok om er het Nederlands gezag te helpen herstellen, hoefde hij echter niet mee omdat er een overschot aan administratief kader bij het regiment aanwezig was. Korte tijd was hij werkzaam voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst, later het Bureau Nationale Veiligheid in Den Haag. Mede omdat hij zich slecht kon vinden in de communistenjacht die met de beginnende Koude Oorlog gepaard ging (evenmin als in het voortduren van het koloniaal bewind in Nederlands-Indië), keerde Willem Jobse in Den Haag weer terug in zijn oude vak van onderwijzer. In 1952 respectievelijk 1959 behaalde hij de aktes MO-A en MO-B voor het vak Nederlandse Taal en Letteren. Tot 1980 werkte hij vervolgens als leraar Nederlands aan het Christelijk Lyceum ‘De Populier’ in Den Haag. In zijn vrije tijd was hij actief als lid van Amnesty International en van het Interkerkelijk Vredesberaad. In 1982 kocht Willem voor zijn gezin, dat drie dochters telde, een tweede huis in Breezand bij Vrouwenpolder. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1995 verkocht hij zijn woning in Scheveningen. Hij woonde voortaan in de kern Vrouwenpolder; tijdens zijn laatste levensjaren woonde hij in het verzorgingstehuis Nieuw Sandenburgh in Veere. Hij overleed er op 26 december 2003.
Onderscheidingen
- Bronzen Kruis. Deze koninklijke onderscheiding ontving Jobse op 19 juni 1950 vanwege ‘moedig of beleidvol’ optreden tegen de vijand.
Auteur
-Jan Zwemer, 2012