Biggekerke

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Biggekerke (bighenkercke, Bekerke).
Beeld van Walcherse boerin door Antoon Luycksx. Op de achtergrond de Hervormde kerk. Foto: W. van Gorsel, 12-4-2021. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 186940

Het dorp: kenmerken

Dorp binnen de gemeente Veere. Biggekerke telt momenteel (2021) 860 inwoners. Vóór de gemeentelijke herindeling van 1 juli 1966 was Biggekerke een zelfstandige gemeente waartoe behoorden Groot-Valkenisse, Klein-Valkenisse en Krommenhoeke. De naam wordt in verband gebracht met de eigennaam 'Bigghe', dus niet met 'big'. Bigge was in de vroege Middeleeuwen een gangbare persoonsnaam. De plaatsnaam kan een heilige oorsprong hebben. Biggekerke zou naar de heilige Begga van Landen/van Andenne zijn vernoemd.

Wapen

Dit wapen, dat op de wapenkaart van Smallegange (1696) voorkomt, werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd. De vissen worden traditioneel als scharren beschreven, die in dialect hier en daar 'biggen' worden genoemd, zodat het een sprekend wapen werd. Oorspronkelijk was het het wapen van Krommenhoeke, dat terzelfdertijd als Biggekerke in de volksmond Békerke werd ingedijkt. De heerlijkheid voerde het wapen van het geslacht Van Beckercke: zes zilveren lelies op een rood veld.

Vlag

De vlag van Biggekerke, die niet officieel werd vastgesteld vertoont de figuren uit het wapen, maar het veld is blauw inplaats van zwart.

Monumenten

Dorpskerk

Dorpskerk, een van de weinige complete kerken op Walcheren met koor. Toren en koor stammen uit 14e eeuw. Foto: W. van Gorsel, 12-4-2021. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 186937

De kerkring van Biggekerke is het gaafste dorpsplein op Walcheren. Het kerkgebouw dateert uit de 15e eeuw; de kerk is thans N.H. Zij werd door de Beeldenstorm zwaar getroffen, maar bezit nog de oorspronkelijke toren en het koor.

De kerk werd waarschijnlijk rond 1190 gesticht als dochterkerk van de Westmonster te Middelburg. Het collatierecht (recht om een pastoor te benoemen) behoorde aan de St. Paulusabdij te Utrecht. De toren en het koor van het huidige gebouw stammen uit het begin van de 15e eeuw. Het schip werd, gezien het kleinere formaat moppen dat werd gebruikt, misschien later gebouwd en verving misschien een bouwsel van hout. In het stenen schip waren in de noord- en zuidwand deuren aangebracht, die later zijn dichtgemetseld. Tijdens schermutselingen tussen Spaanse troepen en aanhangers van de prins van Oranje (1572) werd het dak van de kerk vernield. Bij het herstel kreeg de kerk een houten tongewelf en sinds 1583 is het eigendom van de hervormde gemeente. In 1620 is voor het eerst sprake van een uurwerk in de toren. Een luidklok werd in 1643 geplaatst. Tijdens de bezetting werd hij door de Duitsers weggehaald en omgesmolten voor oorlogsdoeleinden. In 1958 werd een nieuwe klok aangebracht. In 1643 liet de kerkvoogdij een regenbak bij de kerk metselen, die per jaar werd verhuurd. In tijden van waterschaarste konden de inwoners water kopen bij de huurder. Deze situatie heeft tot 1949 bestaan, toen waterleiding werd aangelegd. Een grondige restauratie van het kerkgebouw vond plaats in de jaren 1955 tot 1957. Een nieuwe consistorie werd aan de zuidzijde van het koor opgetrokken, op de plaats waar vóór de reformatie vermoedelijk de sacristie heeft gestaan. De vroeg-17e eeuwse preekstoel werd verplaatst naar het koor aan de oostzijde. Tijdens de restauratie werd de toreningang weer tot hoofdingang gemaakt, zoals oorspronkelijk het geval was. De galerij aan de torenzijde werd in 1971 benut voor het plaatsen van een nieuw orgel, het vierde sinds omstreeks 1850. Aan de noordzijde hangt een gekleurd wapenbord, dat vermoedelijk in 1896 is aangebracht. Het bevat de wapens van de ambachtsheerlijkheden Krommenhoeke en Biggekerke en de jaartallen 1583 (stichting Herv. Gemeente) en 1619 en 1929 (opknapbeurten). In de kerk liggen verschillende oude grafzerken en ook op het kerkhof rondom de kerk is nog een aantal oude grafstenen te zien. In 1957 werden een nieuwe consistoriekamer en een traphal tegen de toren gebouwd. In 2000 werd de toren onder handen genomen en in 2002 werd het dak van het schip voorzien van nieuwe leien.

Molen

Zicht op Brassers Molen anno 1712. Foto: W. van Gorsel, 12-4-2021. Bron: ZB, Beeldbank Zeeland, rec.nr. 186948

Brassers Molen is een korenmolen in Biggekerke, genoemd naar de familie Brasser, die de molen sinds 1916 bezit. De molen werd in 1712 gebouwd in opdracht van de gemeente Vlissingen, die de molen telkens voor zeven jaar verpachtte. In 1792 kwam de molen in particuliere handen. De molen is vanaf de oplevering als korenmolen in bedrijf geweest en is dat na drie eeuwen nog steeds. De witte korenmolen verving een houten standaardmolen; het is een ronde stenen bovenkruier en grondzeiler. Vroeger bevond zich in de molen ook een pelwerk. Er bevinden zich twee koppels maalstenen in de molen. Het gevlucht op de binnenroede is Oudhollands; op de buitenroede is het systeem Fauel met automatische remkleppen aangebracht.

Binnen de kern van het dorp liggen de restanten van twee vliedbergen werf); bij de noordoostelijke heeft vroeger vermoedelijk het kasteel van Biggekerke gestaan. Een derde bergje ligt nog ten oosten van Klein-Valkenisse aan de Bergweg. Een vierde bergje binnen de voormalige gemeente Biggekerke is tijdens de herverkavelin g van Walcheren in 1949 afgegraven en oudheidkundig onderzocht.

Geschiedenis

De kerk van Biggekerke is gesticht vóór 1247; zij was een dochter van de Westmonster te Middelburg en behoorde aan de St.-Paulusabdij te Utrecht en de O. L. V. abdij te Middelburg (later alleen aan de St.-Paulusabdij). Biggekerke kreeg een dochterkerk te Krommenhoeke, waarvan St.Michaël patroon was. De patroonheilige van Biggekerke is niet bekend. Aan de kerk te Biggekerke waren twee pastoorsplaatsen verbonden. Ook was er een St.-Anna-vicarie. In Biggekerke heeft als pastoor Bernard Donder gestaan die zich ontpopte als een overtuigde Calvinist. Na 1566 preekte hij ook in de schuur buiten de Zuiddampoort te Middelburg, waar hij lange sermoenen hield en afstand deed van het priesterschap. In 1583 werd in Biggekerke Jan van Aecken of Hae(rIke de eerste N.H. predikant. Na de Reformatie, toen het collegium qualificatum voor het beroepen van predikanten en het benoemen van kerkeraadsleden hier in werking trad, gaf dit moeilijkheden aangezien de ambachtsheerlijkheid in handen was van de De Vrieses, die R. K. waren gebleven. De Staten van Zeeland hebben hen toen uitgeschakeld. Later kwam de ambachtsheerlijkheid in het bezit van Vlissingen. In de tijd van de Afscheiding stond hier als predikant H.J. Budding (1834-1836); hij predikte tegen vaccinatie en assurantie. Het gebied van de oude parochie Biggekerke is na 1574 uitgebreid met dat van Krommenhoeke en een deel van Poppendamme.

Auteurs

A.J.B., J.A. Trimpe Burger

Literatuur

  • S. Muller Fz. De indeling van het bisdom.
  • Grijpink, Register op de parochieen.
  • Reygersbergen, Chroniick. Zie verder bibliografie, topografische ingang.