Westerenbanpolder
Westerenbanpolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeente Westerschouwen, aan de Noordzee (Banjaard); opgenomen in het Waterschap Schouwen-Duiveland; opp. Ca. 1176 ha. In de polder bevindt zich een vijzelgemaal (electromotor; capaciteit 6m3 per minuut bij opvoerhoogte 1,85 m: bemalingsgebied 450 ha) dat afwatert op het gebied van het gemaal Prommelsluis Schouwenpolder). Op de grens met respectievelijk de Burgh- en Westlandpolder en de Schouwenpolder liggen de kernen Westenschouwen en Burgh-Haamstede. In de polder liggen Nieuw-Haamstede en het vliegveld Haamstede (zweefvliegsport). De polder bestaat grotendeels uit recreatie- en natuurgebied. Een groot deel der duinen in de Westeren en Oosteren Banpolder is Staatsduin (dominiale duinen). De duinen hebben ter plaatse een hoogte tot ca. 42 m +N.A.P. Een van de hoogste toppen in de Westeren Ban is de Blinkert, waarop zich een uitkijktoren bevindt (totale hoogte ca. 56 m +N.A.P.). De Westeren en de Oosteren Ban vormen samen de zg. duinbannen. Deze gebieden kwamen niet tot stand door bedijking; ze waren grotendeels boven het hoogwaterpeil gelegen zandgronden. De Bannenpolders zijn waarschijnlijk de oudste gebieden van Noord-Zeeland en zouden een overblijfsel zijn van een vroegere schoorwal langs de Nederlandse kust. De naam ban betekent rechtsgebied en is te vergelijken met ambacht. De Oosteren en Westeren Ban behoorden respectievelijk aan de heren van Renesse en Haamstede. De oude oostgrens van de bannen werd vermoedelijk gevormd door de Scelveringhe. In de duinen lagen verschilldende grote waterplassen, o.a. het Palinxgat in de buurt van de Oude Hoeve (Oosteren Ban). Een overblijfsel hiervan was later het Watergat. Ook was tot in de 20e eeuw het Palingdal bekend, een laaggelegen, moerassig gebied. De Schouwse duingordel is in de loop der eeuwen enkeel honderden meters teruggedrongen. Men heeft in het verleden veel met het probleem van verstuiving te kampen gehad. Al in 1550 verleende Karel V afslag van pacht over ‘ingevloeide’ landen. Door de verbeterde duidverdediging is het verschijnsel van de verstuivingen tot stilstand gebracht, behalve in een stuk natuurreservaat in de Staatsduinen. De eerste bepalingen omtrent de duinen (en dijken) van Schouwen dateren uit de 13e eeuw. De verplichting tot onderhoud der duinen (helmbeplanting e.d.) werd in de 16e eeuw aan de ingelanden der banpolders opgedragen. Sinds die tijd is op dit onderhoud door de grafelijkheid, de Staten van Zeeland en het Rijk aanzienlijk gesubsidieerd. Wat betreft het onderhoud van de zeereep van de Westeren Banpolder werd omstreeks 1930 een regeling getroffen tussen de ministeries van Financiën en Waterstaat.