Striene

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Striene (strien, Strine)

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Voormalige stroom in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Volgens Caesar (De bello Gallieo VI, c. 33) kwam in zijn tijd de Schelde uit in de Maas. Hierom heeft men de hoofdloop van de vroegere Schelde wel met de Striene geïdentificeerd. Het is echter niet zeker dat de betreffende riviernaam 'Scaldim' juist is overgeleverd; men heeft er ook wel een rivier in de omgeving van de Ardennen in willen zien. Ten gevolge van de stormvloed van 1134 werd de loop van de uit het zuiden komende Schelde hij Reimerswaal westwaarts gebogen (Oosterschelde), waarna de noordelijke stroom Striene aan betekenis verloor. Vanuit de Schelde (waar thans het Tholensche Gat ligt) liep de Striene tussen Poortvliet en Schakerloo naar het noordoosten tot in de Heendrecht Eendracht). Verder was de loop ongeveer als volgt: ten noordwesten van Steenbergen (Noord-Brabant), bij het huidige Volkerak, dan langs het tegenwoordige West-Hellegat ten oosten van Ooltgensplaat (Overflakkee) verder als Lange Striene (Hollands Diep), en vervolgens ten westen van Klaaswaal (Hoekse Waard). Bij Strienemonde of Strijenmonde, waar een bekende tol was, viel hij in de Maas. De Striene vormde eertijds de grens tussen Brabant en Holland, en Brabant en Zeeland. Het eiland Schakerloo, deel van het latere eiland Tholen, behoorde dus aan Brabant. Graaf Willem I van Holland en Zeeland kreeg in 1220 wegens zijn huwelijk met de dochter van de hertog van Brabant de helft van Schakerloo in leen; nadien volgde ook de andere helft. Zo werd dit gebied Zeeuws. Zijstromen van de Striene in het Thoolse gebied waren de Poortfliet, de Vosvliet en de Ee of Molenvliet. Molenvliet is thans een gehucht ten noordwesten van de stad Tholen, aan de Molenvlietse dijk. De eerste afdamming van de Striene in deze streek vond plaats voor 1220, toen de Vijftienhonderdeemetenpolder tot stand kwam. In 1220 volgde de bedijking van de Oud Strijenpolder, in 1310 die van de Nieuw-Strijenpolder, terwijl ca. 1285 nog de Klaas van Steelandpolder bij de Strienemonding werd bedijkt. De Striene in het Thoolse gebied was met deze bedijkingen geheel ingepolderd. De etymologie van 'Striene' is duister. De eerste vermelding, als Struona, is van 966. 'Strijen’ is een onjuiste schrijfwijze, afgeleid van Stryen (=Strien). De naam leeft voort in toponiemen in Zeeland (de Strijenpolders en het gehucht Strijenham) en daarbuiten, o.a. in de polders van Kromstrijen en de plaats Strijen (Hoekse Waard).


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II. Unger en Westendorp Beverma, De steden, V. C. Dekker. Zuid-Beveland. Van Empel en Pieters, Zeeland. Beekman, De wateren. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. Schönfeld, Nederlandse waternamen.