Siguitpolder
Siguitpolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
1. Polder in de gemeente Borsele; opgenomen in het Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland, later Waterschap Noord- en Zuid-Beveland, thans Waterschap Zeeuwse Stromen (2011): oppervlakte circa 68 hectare: hoogte circa 0,8 m + N.A.P.: afwatering via het gemaal Groenewege in de Hoedekenskerkepolder. De polder werd vóór ca. 1330 langs de Zwake bedijkt. tegen Baarland Grote Reinouts polder en de Hoedekenskerkepolder. De betekenis van Siguit of Ziguit is 'zijk uit', hetgeen misschien duidt op een eigen suatie sluis. De inbuiging van de buitendijk (noordzijde) wijst op een doorbraak. De polder heeft behoord tot de heerlijkheid Baarland. Oudelande en Bakendorp en tot die van Hoede
kenskerke: tot de gemeentelijke herindeling viel Siguit binnen de voormalige gemeenten Baarland (vooreen klein deel) en Hoedekenskerke. Tot 1959 maakte de polder deel uit van het waterschap Hoedekenskerke Hoedekenskerkepolder). De scheidingsdijken met de Hoedekenskerke en de Slabbekoornpolder zijn afgegraven.
2. Verloren polder van Zuid-Beveland Stormstellepolder)
3. Ziguitpolder.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen III. C. Dekker, Zuid-Beveland. Roessingh, Waterschap Hoedekenskerke.