Schelphoek

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Schelphoek

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

1. Werkhaven en een 73 hectare groot natuurreservaat aan de zuidkust van Schouwen. ten zuiden van het dorpje Serooskerke, binnen de gemeente Schouwen-Duiveland. Te Schelphoek vond tijdens de stormramp van 1 februari 1953 de grootste dijkbreuk plaats van het eiland Schouwen. Bij de doorbraak ontstond een krekengebied dat zowel recreatief, ornithologisch als landschappelijk van belang is geworden en nu Staatsnatuurreservaat is. Binnen een door een ringdijk gevormd hekken is voorts een grote werkhaven ingericht ten behoeve van de werkzaamheden aan de Oosterschelde stormvloedkering. Vóór de ramp lag er hij Schelphoek een landbouwhaventje. Dit haventje werd op 17 juli 1903 in gebruik genomen: een eerste verzoek tot aanleg van een haven dateert uit 1860. Bij Schelphoek stond tot 1953 een elektrisch gemaal dat op 29 december 1951 door de Commissaris van de Koningin in Zeeland in gebruik was gesteld. De spreuk "Bij waterlast en stage regen. Hoop ik te zijn tot Schouwens zegen" (P. Bastiaanse), die op het gemaal was aangebracht. is maar kort van toepassing geweest. Na dichting van het gat hij Schelphoek kwam het gebouw buitendijks te staan: het werd enkele jaren later afgebroken: de bemalingsinstallatie was al gedemonteerd.

2. Recreatiegebied aan de oosthoek van het Veerse Meer bij Wolphaartsdijk (Zuid-Beveland), met voorzieningen voor oeverrecreatie en watersport. De oeverstrook heeft een oppervlakte van circa 9 hectare. De voorliggende drie eilanden hebben een gezamenlijke oppervlakte van ca. 4,5 hectare.


AUTEUR

J.A. Trimpe Burger, J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II.

AFBEELDING

De Schouwse Schelphoek met links de Koudekerkse inlagen en rechts de werkhaven voor de

Oosterscheldewerken.