Roompot
Roompot |
---|
Hoofdgeul van de Oosterschelde, lopend ten noorden van Walcheren en Noord-Beveland. Komt voor de haveningang van Zierikzee samen met de Hammen. De in aanbouw zijnde Oosterscheldedam doorsnijdt de Roompot. Tijdens de pre-Romeinse transgressie heeft de zee waarschijnlijk een inbraak gemaakt ter plaatse van de huidige Roompot; een oude Scheldeloop die hiervan mogelijk het gevolg was, ging via het huidige Veerse Meer en Zuid-Beveland, om bij Hoedekenskerke, in de Biezelingsche Ham (restant van de Zwakemonding) de tegenwoordige Westerschelde te bereiken bodem). De Roompot ontwikkelde zich nadat de inscharing van de zuidelijke oever van Schouwen tot stilstand was gekomen. Het vermogen van de geul is de laatste drie eeuwen sterk toegenomen. Aan Noordbevelandse zijde is een aantal polders onder de golven van de Roompot verdwenen, o.a. de Oud 's-Gravenhoekpolder. Ook vonden aan deze zijde vele grote oever- en dijkvallen plaats Vlietepolder). De naam Roompot is te vergelijken met die van een ander Zeeuws water, de Pluimpot. 'Pot' komt vrij vaak voor als synoniem van kolk, gat, plas, kreek. Vroeger werd 'Roompot' wel in verband gebracht met de Romeinse tijd. De naam zou naar een Romeinse haven verwijzen: `Romanorum Portus'. De kaart van Visscher kartografie) vermeldt ten zuiden van westelijk Schouwen de Roompot, 'een door de Romeinen gebouwd kasteel'. Een andere verklaring, geheel legendarisch, luidt dat de Roompot eertijds zo smal geweest zou zijn, dat de vrouwen er elkaar een pot met room konden overreiken. Volgens sommigen zou 'room' duiden op de woelige aard van het water.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen I, II en III. Van Empel en Pieters, Zeeland. Beekman, De wateren, 152. Schönfeld, Nederlandse waternamen. Visscher-Romankaart van Zeeland. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.