Rentmeester Der Domeinen Over Tholen
Rentmeester Der Domeinen Over Tholen |
---|
De baljuw van Tholen, die ook rentmeester der domeinen over Tholen was had de hoge jurisdictie over de heerlijkheden Tholen, Schakerloo en Poortvliet. De andere heerlijkheden St.-Maartensdijk, Scherpenisse, Vrijbergen en Oud- en Nieuw Vossemeer hadden zelf de hoge jurisdictie, met uitzondering van een aantal zware delicten, waarvan de graaf de berechting aan zichzelf voorbehouden had. De baljuwschappen van de laatstgenoemde heerlijkheden waren rekenplichtig aan de rentmeester van Tholen. De rentmeester van Tholen vormde met drie grafelijke leenmannen ook het leengerecht. De afzonderlijke behandeling van de heerlijkheden Tholen en Schakerloo is waarschijnlijk terug te voeren tot de 14e eeuw. In het jaar 1397 vervielen de goederen afkomstig van het geslacht van Beaumont aan de grafelijkheid. De goederen Beoosterschelde kregen toen een afzonderlijke administratie. Aanvankelijk behoorden tot deze goederen ook nog Dreischor en Noordgouwe, doch deze zijn er vrij snel van afgescheiden, blijkens de rekeningen van deze goederen. Daartegenover stond dat de heerlijkheid Vossemeer er in 1485 aan werd toegevoegd. De afscheiding zal alleen nog maar versterkt zijn doordat de heerlijkheden Tholen, Schakerloo en Vossemeer in 1505 aan de heren van Bergen op Zoom werden verpand. Weliswaar werden zij in 1550 weer gelost, maar de afzonderlijke administratie bleef.
AUTEUR
R. Huybrecht
LITERATUUR
Tegenwoordige Staat IX. Heeringa, Beheer der geldmiddelen. Heeringa, De rekeningen en andere stukken. Fruin, De rekeningen en andere stukken.