Oude Nieuwlandpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oude Nieuwlandpolder

1. Polder in de gemeente Duineland; opgenomen in het Waterschap Schouwen-Duiveland (opgericht 1959); oppervlakte ca. 351 ha. De polder behoorde tot de heerlijkheid Nieuwerkerk en Botland. Hij vormt één dijkage met de Vier Bannen van Duiveland en omvat het noordelijke poldergedeelte. Wanneer Oude Nieuwland werd bedijkt is niet bekend. 2. Polder in de gemeente Goes; opgenomen in het Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; op pervlakte ca. 73 ha; hoogteligging gemiddeld 0,7 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal de Piet in de Schengepolder. De polder kwam tussen ca. 1425 en 1450 tot stand. Hij werd langs de Schenge bedijkt tussen de Stellepolder en de Ankerverepolder. Het poldergebied is in de 13e en 14e eeuw ook bedijkt geweest en maakte toen waarschijnlijk deel uit van de Zelnissepolder. Oude Nieuwland behoorde tot de heerlijk heden 's-*Heer Arendskerke en Heinkenszand en tot de voormalige gemeenten met die namen. Tot 1959 was de polder opgenomen in het waterschap 's-Heer Arendskerke (opgericht 1880; 's-*Heer Arendskerkepolder). De dijken zijn gedeeltelijk opgeruimd (noord en west).


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II en III. C. Dekker, Zuid-Beveland. J.P.B. Zuurdeeg, Brede Watering, 's-Heer Arendskerke.