Nieuw -'s-gravenhoekpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Nieuw -s-gravenhoekpolder

Verloren polder aan de noordzijde van Noord-Beveland, ten noorden van de Vlietepolder; oppervlakte bij bedijking ca. 134 ha; geïnundeerd in 1743. De Nieuw-'s-Gravenhoekpolder werd in 1671 bedijkt; door deze inpoldering werd het Faal afgesloten. Ten zuiden van de nieuwe polder, die behoorde tot de heerlijkheid 's-Gravenhoek, bleef een grote inham over. Tussen deze en de Wissekerkepolder, vond een snelle aanslibbing plaats. Hier werd in 1687 de Vlietepolder ingedijkt. Bij de stormvloed van 26 januari 1682 liep de Nieuw-'s-Gravenhoek polder onder; in 1714 inundeerde de polder door een grote dijkval. Bij zware storm in 1715 overstroomde hij nogmaals. Na een voortdurend terugtrekken en prijsgeven inundeerde de polder voorgoed op 10 januari 1743. De reden van het verloren gaan van deze polder moet, naast de voortdurende stroomaanval, ook gezocht worden in het feit dat het opgezande Faal een slechte bodem vormde. Dijkvallen doen zich dikwijls voor boven oude geulen. De naastgelegen polders Oud-'s-Gravenhoek en Ouweleck gingen respectievelijk in 1732 en 1780 verloren.


AUTEUR

J. Kuipers

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.