Leendert-abrahampolder
Leendert-abrahampolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeente Kortgene in de zuidoosthoek van Noord-Beveland; opgenomen in het Waterschap Noord-Beveland (opgericht 1959), thans Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 147 ha: hoogteligging gemiddeld 1,3 m N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal 'De Valle' in de Oud Noord-Bevelandpolder nabij Colijnsplaat. De bedijking werd in 1853 uitgevoerd door de bekende aannemer Dirk Dronkers voor J 72.000. De polder dankt zijn naam aan de eerste dijkgraaf, Leendert Abraham Paardekooper. In de polder heeft een kreek gelegen, die een overblijfsel was van het Katse Rak. In het Zuidwesten van de polder ligt het niet meer gebruikte tijhaventje van Kats. In de winter van 1970-1971 werden tijdens ruilverkavelingswerkzaamheden bij het graven vaneen sloot overblijfselen van het in 1530 verdronken Oud-Kats aangetroffen (funderingsresten van het voormalige kerkje en restanten van kistbegravingen). De LeendertAbrahampolder was calamiteus van 1883 tot 1978. (een aanvraag uit 1879 was afgewezen). De polder heeft vele vallen moeten doorstaan (de grootste vond in 1941 plaats met een zandverplaatsing van ca. 907.000 m') en inundeerde bij de stormvloed van 1 februari 1953; na deze laatste ramp kwam hij (grotendeels) droog op 20 februari 1953.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.
AFBEELDING
Dijkval 20 maart 1966 in de Leendert Abrahampolder (N. Bev.); ingetekend het tracé van de
weggevallen dijk.