Kleine Zuiddiepepolder
Kleine Zuiddiepepolder |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Polder in de gemeente Oostburg; opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca. 40 ha; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Nol Zeven Hoofdplaatpolder); onder één dijkage gelegen met de Groote Zuiddiepepolder (gedeeltelijk) en de St.-Annapolder. De polder kwam tussen 1660 en 1670 tot stand op een verlande nevengeul van het Zuiddiep. Toen in 1702 de Groote Jonkvrouw-benoordenpolder werd herdijkt, werd de Passageulelinie, die liep van het Zwin tot IJzendijke, door Menno van Coehoorn via de Kleine Zuiddiepepolder langs de daar gelegde versterkingen West fort en Oostfort doorgetrokken tot aan de Braakman (de Oude Linie). Het West fort lag in de noordwesthoek van de polder, het Oostfort ten oosten van de zuidoostelijke punt van de polder, in de St.-Annapolder. De Kleine Zuiddiepepolder heeft behoord tot het voormalige waterschap Groote en Kleine Zuiddiepe (228 ha), bestaande uit de twee gelijknamige polders, en viel binnen de voormalige gemeenten Biervliet en IJzendijke. De polder overstroomde in 1808.
AUTEUR
J. Kuipers
LITERATUUR
Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Roos, Woordenboek. Van Empel en Pieters, Zeeland. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.