Kerkpolder

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Kerkpolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


1. Voormalige polder van Zuid-Beveland; bedijkt kort na 1187, verdronken in 1530.

Met de Strijppolder en de Schoudeewaardpolder vormde hij vóór 1530 het gebied van Krabbendijke. Tezamen waren de polders 2000 gemeten of iets meer groot. De Kerkpolder was de oudste bedijking van Krabbendijke; in de polder heeft het oude Krabbendijke gelegen. De polder lag aan de Hinkele.

2. Verloren polder van Zuid-Beveland, gelegen in de Westerschelde en behorende tot het verdwenen eiland Stuivezand Oudepolder van Stuivezand). De polder kwam in 1508 tot stand en vormt een gedeeltelijke herdijking van de in 1478 geïnundeerde Oude polder van Stuivezand; de oppervlakte bedroeg 380 schotbare gemeten. In de polder stond de kerk van Stuivezand, die ook in de drijvende periode van de Oudepolder in gebruik gebleven was en toen alleen bij hoge vloeden niet bereikt kon worden. De Kerkpolder inundeerde voor het eerst in 1516; in 1530, na in 1525 opnieuw ingelopen te zijn, bedroeg de oppervlakte nog 212 gemeten. Ook nadien inundeerde hij nog verscheidene malen. De polder ging definitief verloren na 1570.

3. Middelhinkelepolder.

4. Voormalige polder op het eiland Cadzand (W.Z.Vl.); één der vroegst vermelde poldernamen (1177, Kercpolre); gelegen bij de kerk van Cadzand; volgens een bron uit ca. 1227 ten westen ervan; niet te verwarren met de Plaets- of Kerkenpolder.


AUTEUR

J. Kuipers


LITERATUUR

Gottschalk, Historische geografie I. C. Dekker, Zuid-Beveland. Wilderom, Tussen afsluitdammen III, 152.