Karrevelden

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Karrevelden bij Zierikzee tussen de inlaagdijk aan de Zuidkust en de provinciale weg ( Koolweg ). In de verte links maakte de in 1945 opgeblazen watertoren nog deel uit van het silhouet van Zierikzee. Karrevelden zijn binnendijkse gebieden waar de klei voor de bedekking van de zeedijken werd uitgegraven en met karren naar de dijken werd vervoerd. Na de inundatie van 1944 / '45 en de watersnoodramp van 1953 is dit gebied tot grasland omgevormd, in 2008 worden in het kader van het natuurontwikkelingsproject '"Plan Tureluur" de oude karrevelden weer teruggebracht. Foto: R. Ten Kate, 1940. Bron: ZB/Beeldbank Zeeland, rec.nr. 116092

Stukken land nabij inlaagdijken, waar klei werd afgegraven en uitgekard ten behoeve van onderhoud en herstel van de nabij gelegen dijk. Het land werd zo beroofd van de bovengrond (72 m of meer) en ligt daarom ongelijk en drassig. Vanuit de naastliggende inlaag komt overtollig water op de karrevelden. Deze zijn doorsneden met evenwijdige greppels die 10-15 m uit elkaar liggen; achteraan ligt een afwateringssloot. Karrevelden treft men vooral aan achter de inlagen langs de Oosterschelde op Noord-Beveland en Schouwen. Inlagen en karrevelden stonden in het verleden in een kwade reuk. Ze werden beschouwd als een 'natte en slijmerige' bron van moeraskoorts (malaria). Thans waardeert men ze juist en worden ze aangewezen als natuurmonument. In verband met zoute kwel vanuit de Oosterschelde zijn de karrevelden begroeid met schorreplanten, waarvan het zeekraal in de nazomer fraai rood kleurt. Steltlopers als kluten en tureluurs vinden er een broedplaats. Soms laat men er wat schapen of slachtvee grazen. Inlaag, inlaagdijk en karrevelden kan men landschappelijk als een eenheid zien.

Auteur

??