Kwel
Kwel |
---|
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Doorsijpelen van waterkerende kaden en dijken, ontstaan door poreusheid van de ondergrond, of van het dijklichaam, bij optreden van een hydrostatisch drukverschil aan weerszijden van de water-kering. Bij waarnemingen in daartoe aan de binnenkant van de zeedijk geplaatste standpijpen (o.a. aan de Leendert Abrahampolder op Noord-Beveland) is gebleken dat de waterstand in de pijp met het getij op en neer bewoog, zij het met kleinere amplitude. Bij de Zeeuwse zeedijken treft men op een aantal plaatsen kwel aan, meestal waar de ondergrond uit jong zeezand bestaat dat over-wegend losgepakt is. Kwel is dikwijls kenbaar aan een 'sijpelend' soms bruinachtig ijzerhoudende strook aan de binnenteen van de dijk, op de binnenberm of aan het talud van de bermsloot.
AUTEUR
M.H. Wilderom, D. v.d. Zaken