Gereformeerde Gemeenten

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Gereformeerde Gemeenten
Ds. G.H. Kersten was de stuwende kracht achter het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten in 1907. Bron: Wikimedia Commons

Gereformeerde Gemeente

Een kerkverband, dat in 1907 in de openbaarheid kwam door vereniging van de Gereformeerde Gemeenten o/h Kruis en de Ledeboeriaanse gemeenten (tak ds. Van Dijke).

De Theoloog Lambertus Gerardus Cornelis Ledeboer (1808-1863) werd in 1841 afgezet omdat hij de gezangenbundel en de synodale reglementen van de kansel had geworpen en in zijn tuin had begraven, omdat ze volgens hem niet in de kerk thuishoorden. Even heeft hij zich aangesloten bij de afgescheiden gemeenten, maar hij trok zich terug omdat hij bezwaar had tegen het aanvragen van 'vrijheid' (erkenning) aan de koning. In alle opzichten was hij een gevoelsmens, uiterlijke sier en opsmuk waren hem een gruwel. Hierdoor drukte hij een speciaal stempel op zijn volgelingen, die aanvankelijk in huisgemeenten vergaderden. Meermalen werd hij beboet wegens het houden van godsdienstoefeningen met meer dan 20 personen. Na circa 1850 werden de Ledeboeriaanse gemeenten meer een kerkverband met twee classes, namelijk Holland en Zeeland en met een jaarlijkse algemene vergadering. Men noemde zich Gereformeerde Gemeenten. In1851 bevestigde ds. Ledeboer de oefenaar Pieter van Dijke te St.-Philipsland als predikant. Na zijn overlijden splitsten de ‘Ledeboeriaanse’ gemeenten zich in twee groepen, nl. de `Van Dijkiaanse' en de `Bakkeriaanse' gemeenten, zo genoemd naar de voorgangers ds. P. van Dijke en de oefenaar Daniël Bakker te 's-Gravenpolder. Tussen dezen waren enkele verschillen van dogmatische en persoonlijke aard ontstaan. In 1907 wist ds.Kersten de Ledeboerianen met de Gereformeerde Gemeenten onder het Kruis te verenigen tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.

Elimkerk te 's-Gravenpolder. Bron: Wikimedia Commons

De Gereformeerde Gemeenten o/h Kruis en de Ledeboeriaanse gemeenten weten zich gebonden aan de Drie Formulieren van Enigheid; in hun inrichting houden zij zich zo streng mogelijk aan de Dordtse Kerkorde van 1618/19. In hun prediking leggen zij een sterke klemtoon op de leer der uitverkiezing, waardoor een zekere lijdelijkheid in het geloofsleven wordt bevorderd. De prediking wil bevindelijk zijn zoals die van de predikanten van het Piëtisme en de Nadere Reformatie. De psalmberijming van Petrus Dathenus werd in Zeeland aanvankelijk in alle gemeenten gebruikt. De laatste jaren zijn echter vele gemeenten overgegaan op de berijming van 1773. In 1950 ontstonden moeilijkheden over de prediking van het aanbod der genade (uittreden van ds. R. Kok te Veenendaal) en in 1953 over de verkiezing (uittreden van ds. C. Steenblok te Gouda en nog enige predikanten en gemeenten en gedeelten van gemeenten, die toen een kerk verband Gereformeerde Gemeenten in Nederland vormden). Beide kerk formaties hebben, evenals de Oud-Gereformeerde Gemeenten en delen van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Bond in de Nederlands Hervormde Kerk, een eigen levensstijl. Zij zijn bv. tegen iedere vorm van verzekering, tegen vaccinatie, wijzen de televisie af en hechten aan strenge zondagsrust. De vrouw behoort in het kerkelijk leven geen actieve rol te spelen. Sinds 1927 is er te Rotterdam een Theologische School voor een praktische opleiding tot predikant. De 35 gemeenten in Zeeland maken de Particuliere Synode Zuid uit, verdeeld in drie classes t.w. classis Goes met de gemeenten te Borssele, Colijnsplaat, Goes, 's-Gravenpolder, Hoedekenskerke, Kamperland, Kapelle-Biezelinge, Kortgene, Krabbendijke, Kruiningen, Nieuwdorp, Nisse, Rilland-Bath, Waarde, Wemeldinge, Wolphaartsdijk en Yerseke; classis Middelburg met de gemeenten Aagtekerke, Axel, Meliskerke, Middelburg, Oostkapelle, Terneuzen, Vlissingen, Westkapelle en Zoutelande; classis Tholen met de gemeenten Haamstede, Nieuwerkerk, Oosterland, Poortvliet, Scherpenisse, Sint-Annaland, Sint-Philipsland, Tholen en (Dinteloord). Deze Particuliere Synode telt in totaal ca. 19.000 zielen t.w. 10.000 leden en 9.000 doopleden. Landelijk tellen de Gereformeerde Gemeenten ca. 80.000 zielen t.w. 41.000 leden en 39.000 doopleden.

Auteur

H.M. Stoppelenburg; S.J.M. Hulsbergen

Literatuur

Kersten en Van Zweden, Gereformeerde Gemeenten.