Garancine

Uit Wiki ZB
Ga naar: navigatie, zoeken
Garancine

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Rode kleurstof uit meekrap bereid, middels ontsluiting door zwavelzuur; een uitvinding van de Franse scheikundige Robiguet in 1828. Deze nieuwe methode verdrong na 1840 in Frankrijk de oude vormen van meekrapfabricage, omdat garancine in de textielindustrie bruikbaarder bleek dan het oude meekrappoeder. De eerste stoomgarancinefabriek werd in Zeeland in 1846 door de firma Ochtman, Van der Vliet te Zierikzee opgericht. Hendrik Ochtman Johszn. was apotheker en chemicus aldaar. De provincie keerde in 1849 een premie van f 2500 aan deze firma uit. De stichting van de fabriek te Zierikzee werd gevolgd door de NV Middelburgsche Garancine Fabriek te Middelburg in 1850, een initiatief van de kooplieden Gerard Jacob Sprenger en Maurits Salomonson Hzn. Daarna kwamen te Kattendijke in 1851 (oprichters I.G.J. van den Bosch en J.C. Kakebeeke) en te Goes in 1852 nog fabrieken tot stand, in Goes zelfs twee (oprichters C.A. van Renterghem, later Fransen van der Putte & Co en als tweede Verhagen & Co). Tijdelijk was er zelfs nog een derde fabriek in bedrijf. Volgens Wiskerke waren er in 1870 van de dertien garancinefabrieken in Nederland, nog vijf in Zeeland gevestigd (Zierikzee, Middelburg, Goes (2x) en Kattendijke). Alle waren Vóór 1875 opgeheven.

Bereidingsmethode: de meekrap werd eerst met zwak aangezuurd water uitgewassen waarbij `gom' en suikerdelen oplosten en verwijderd konden worden. Daarna volgde een zwavelzuur-behandeling met stoom bij een bepaalde temperatuur, waarna wederom werd uitgewassen om het zuur te verwijderen. Een weinig alkali zorgde tenslotte voor volledige neutralisering. De aldus verkregen garancine werd geperst, in een stoof gedroogd en tenslotte tot poeder vermalen.

I.G.J. van den Bosch, directeur van de Wilhelminapolder, die een studiereis naar Vaucluse en de Elzas maakte en daarna ook Manchester bezocht, paste in zijn fabriek voor het eerst ook stoomkracht toe voor het vermalingsproces.


AUTEUR

M.A. Geuze


LITERATUUR

Wiskerke, Geschiedenis meekrapbedriff, 1-44. MacLean, Opkomst, 126-132.