Frederik van der Weele

Uit encyclopedie van zeeland
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Frederik van der Weele

foto, 2012, bron: Collectie KZGW
Geboren 16 maart 1752 Middelburg
Overleden 24 februari 1840 Middelburg
Beroep Orgel-, clavecimbel- en pianobouwer

Biografie

Frederik van der Weele bewoonde het huis De Kleine Mortier aan de Seisdam, nummer 16, te Middelburg. Zijn zoon Johannes van der Weele (8 maart 1790 - 3 juni 1840) beoefende zijn vaders ambacht niet zelfstandig. In het burgerlijk register van 1812 staat Johannes van der Weele beschreven als meubelmaker. Frederik van der Weele’s leraar was waarschijnlijk Johannes van Overbeek, sinds 1766 stadsorgelbouwer in Middelburg. In 1789 werd de plaats van Overbeek ingenomen door Van der Weele. Hierbij werd Van der Weele verantwoordelijk voor het onderhoud van alle orgels van de Nieuwe Kerk, Oostkerk en van de Waalse Kerk. Deze drie kerken waren eigendom van de stad Middelburg. De grote verantwoordelijkheid die Van der Weele toen had bestond onder andere uit het onderhoud van vrijwel alle orgels van Walcheren. Zelf heeft Van der Weele niet veel kerkorgels gebouwd. In 1792 bouwde hij een instrument met twaalf registers voor de Engelse Kerk in Vlissingen. In 1815 bouwde hij een rugpositief voor het orgel van de Waalse Kerk in Middelburg.

Bouwer van muziekinstrumenten

Belangrijker waren Van der Weele’s activiteiten als bouwer van kleine instrumenten. In 1776 bouwde hij een klein huisorgel voor de regent Daniël Radermacher, directeur van de kamer Zeeland van de VOC. Dit huisorgel was voor diens buitenplaats: Poppenroede Ambacht. Advertenties vermelden diverse huisorgels van verschillende groottes gemaakt door Van Der Weele. Het grootste en meest ontwikkelde harmonium bouwde Van der Weele in 1789 voor de kunstliefhebber gouverneur Johan Adriaan van de Perre, die helaas niet lang genoeg leefde om het eindresultaat te zien. Het orgel telde zestien registers. Het werd verkocht door de weduwe Van De Perre aan de Lutherse kerk van Vlissingen.

Helaas zijn alle instrumenten die hierboven zijn vernoemd verloren gegaan. Van alle instrumenten die Van der Weele heeft gebouwd hebben zes harmoniums de tand des tijds doorstaan. Al deze instrumenten werden gebouwd tussen 1820 en 1832. Het laatste instrument was tot voor kort te vinden in het Zeeuwse Museum. Twee van de overige orgels van van Der Weele zijn nog in het bezit van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Eén daarvan is opgeslagen in depot. Het tweede orgel is momenteel te zien in het stadhuis van Veere. Dit orgel is al een lange tijd in het bezit van het Zeeuwsch Genootschap. Bovenstaande foto van het orgel is niet gemaakt in het stadhuis, maar in Huize ’s-Hertogenbosch, een pand op de Vlasmarkt te Middelburg.


Dispositie van het secretaireorgel van het KZGW (hierboven getoond)

Bas Discant
Holpijp8' Holpijp8'
Fluit4' Viola di gamba8'
Octaaf2' Prestant4'
Pianotrede Fluit4'
Ventiel Octaaf2'
Tremulant Quint2'

Het bijzondere van de harmoniums gemaakt door Van der Weele is de aanwezigheid van een pianotrede. Met behulp van deze trede kan de muzikant een aantal registers uitschakelen. Hiermee kwam Van der Weele tegemoet aan een verlangen van muzikanten om zowel piano als forte te kunnen spelen, wat de zogenaamde ‘pianoforte’ sinds het einde van de 18de eeuw mogelijk maakte. Volgens verscheidene advertenties in Zeeuwse kranten bood van der Weele instrumenten als deze aan.

Frederik van der Weele was een bekwaam orgelbouwer, die zich als gevolg van de instortende economie na de Franse Revolutie niet volledig kon ontwikkelen als instrumentbouwer.

Auteur

J.H. Kluiver, herz. Marlin Wagtmans (UCR), 2012

Literatuur

Website

Zeeuws Archief, geraadpleegd 28 maart 2012.

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Bekijk de originele tekst uit de Encyclopedie van Zeeland, 1982-1984