Borrendamme
Borrendamme (bordendamme) |
---|
Voormalig dorp en parochie in het Poortambacht van de stad Zierikzee; in de Oosterschelde verdwenen door achteruitzetting van de dijken. Toponiemen als Borrendamme en *Weldamme wijzen op de aanwezigheid en het afdammen van kreken in dit deel van het Zuidland.
Wapen
Het wapen van Borrendamme komt al voor op de kaart van Schouwen uit 1540 in het stadhuis van Zierikzee. Het werd ook gevoerd door leden van het geslacht Van Borrendamme gezegd Zonneman.
Geschiedenis
Borrendamme wordt in 1297 genoemd in een akte van belening door graaf Jan I. Deze laatste gaf aan Heldecope Hoeburxzoon het veer in rechtleen met de bepaling dat de graaf met zijn familie en boden altijd zonder veergeld te betalen over mochten varen. Het betrof hier waarschijnlijk een veer naar Noord-Beveland. Melis Stoke verhaalt, althans later, dat graaf Willem III van dit veer gebruik maakte om naar Kats op Noord-Beveland over te steken. In 1303 beloonde de Graaf de bewoners van Zierikzee voor hun moedige strijd tegen de Vlamingen door onder andere Borrendamme onder de jurisdictie van Zierikzee te plaatsen. De kerk van Borrendamme was aan Johannes de Dooper gewijd en lag in de zuidwesthoek van het Quaelambacht (het latere Poortambacht). Ze is een afsplitsing van die van Zierikzee. In de 13de eeuw is Borrendamme een zelfstandige parochie geworden. De parochie bestond nog in 1549. In 1318, 1339 en 1342 wordt reeds melding gemaakt van landverlies. In de eerste helft van de 16de eeuw werd het dorp door een reeks rampen geteisterd waardoor het langzaam ontvolkte. In 1570 was Borrendamme bijna verlaten en een veertig jaar later, toen de zeedijk door storm werd beschadigd, gebruikte men de resten van het dorp om de bressen in de dijk te dichten. In 1642 stonden nog maar enkele huizen overeind. In 1822 waren de fundamenten van de kerk nog te zien, alsmede een groot aantal blootgespoelde doodkisten. De kerk heeft gelegen ongeveer 800 meter ten westen van het havenhoofd van Zierikzee.
Van het kasteel van Borrendamme is weinig meer bekend dan dat het vermoedelijk op een hoogte stond. Dit duidt er waarschijnlijk op dat het een mottekasteel was (*werf). De exacte locatie is niet bekend. Toen de Vlamingen het dorp Borrendamme tijdens het beleg van Zierikzee (1304) in brand staken werd ook een deel van het kasteel verwoest. De dag daarop kwamen de poorters van Zierikzee naar Borrendamme en vernielden het deel dat door het vuur gespaard was alsook de vuurtoren, aldus de Rijmkroniek van Melis Stoke (1304). Stoke meldt het afbranden van ‘dat huis borrende der aarde toe’. Het kasteel van Borrendamme is wel verward met het noordelijker gelegen kasteel van Weldamme, waarvan de locatie door archeologische waarnemingen waarschijnlijk wel is vastgesteld.
AUTEUR
J.A. Trimpe Burger; herz. Jan J.B. Kuipers (2014)
LITERATUUR
-Frans Beekman, De Kop van Schouwen onder het zand (Utrecht, 2007).
-R. Beekman, Beknopt historisch onderzoek, 2-6.
-P. van Beveren, De verdwenen kastelen van Schouwen-Duiveland (Doorn, 1960), 15-16.
-Ronald de Graaf, Oorlog om Holland, 1000-1375 (Hilversum, 2004) 188.
-P.M. Grijpink, Register op de parochieën, altaren, viacarieën [enz. dl. 1 (Utrecht, 1914).]
-Moens van Bloois, Borrendamme,
-G.F. Sandberg, Overzetveren in Zeeland (Middelburg, 1970), 95.
-Hans van Sluis, ‘Borrendamme’, in: Fibula 11 (1970) 75-81.
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Voormalig dorp en parochie in het Poortambacht van de stad Zierikzee; in de Oosterschelde verdwenen door achteruitzetting van de dijken.
Wapen: komt al voor op de kaart van Schouwen uit 1540 in het stadhuis van Zierikzee. Het werd ook gevoerd door leden van het geslacht Van Borrendamme gezegd Zonneman.
Geschiedenis: Borrendamme wordt in 1297 genoemd in een akte van belening door graaf Jan I. Deze laatste gaf aan Heldecope Hoeburxzoon het veer in recht leen met de bepaling dat de graaf met zijn familie en bodenaltijd zonder veergeld te betalen over mochten varen. Het betrof hier waarschijnlijk een veer naar Noord-Beveland. Melis Stoke verhaalt althans later dat graaf Willem III van dit veer gebruik maakte om naar Kats op Noord-Beveland over te steken. In 1303 beloonde de Graaf de bewoners van Zierikzee voor hun moedige strijd tegen de Vlamingen door o.a. Borrendamme onder de jurisdictie van Zierikzee te plaatsen. De kerk van Borrendamme was aan Johannes de Dooper gewijd en lag in de zuidwesthoek van het Quaelambacht (het latere Poortambacht). Ze is een afsplitsing van die van Zierikzee. In de 13e eeuw is Borrendamme een zelfstandige parochie geworden. De parochie bestond nog in 1549. In 1318, 1339 en 1342 wordt reeds melding gemaakt van landverlies. In de eerste helft van de 16e eeuw werd het dorp door een reeks rampen geteisterd waardoor het langzaam ontvolkte. In 1570 was Borrendamme bijna verlaten en een veertig jaar later, toen de zeedijk door storm werd beschadigd, gebruikte men de resten van het dorp om de bressen in de dijk te dichten. In 1642 stonden nog maar enkele huizen overeind. In 1822 waren de fundamenten van de kerk nog te zien, alsmede een groot aantal blootgespoelde doodkisten. De kerk heeft gelegen ongeveer 800 m ten westen van het havenhoofd van Zierikzee. Van het kasteel van Borrendamme is weinig meer bekend dan dat het vermoedelijk op een hoogte stond.