Bewormnagelen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Het eertijds bespijkeren van houtwerk bij waterbouwkundige werken veel paalwerken met speciale spijkers (wormnagels) die een grote platte kop van 1 tot 3 cm middellijn en een stiftlengte van 1 tot 4 cm hebben. Het beste was een vlakke bespijkering met grote nagels en opvulling met kleine nagels daartussen. Men kende:
Wormnagels 30 35 st. per kg
20-ponders 75 80 st. per kg
bolnagels 230 st. per kg
schotnagels 600 st. per kg
Het bewormnagelen diende ter bescherming van houtwerk tegen de paalworm; werd in Zeeland meermalen toegepast bij steigers en soortgelijke waterwerken. Sinds de invoer van het tegen paalworm bestand zijnde groenhart en andere harde houtsoorten komt bewormnagelen niet meer voor.
Auteur
M.H. Wilderom