Adriaen Valerius
Adriaen Valerius | |
---|---|
Beeldje van Adriaen Valerius door Mari Andriessen in Veere, foto: Mieke Meijer-van der Linde, 17 maart 2007, Zeeuwse Bibliotheek, Beeldbank Zeeland, recordnr. 104905 | |
Geboren | 1575 Middelburg (?) |
Overleden | 27 januari 1625 Veere |
Beroep | Componist en dichter |
VIAF | Adriaen Valerius |
Jeugd en werk
Adriaan Valerius was de zoon van François Valéry, of Valerius. Deze familie kwam oorspronkelijk uit Frankrijk. In 1575, het vermoedelijke geboortejaar van Valerius, kocht zijn vader een klein orgel voor 24 gulden, dat oorspronkelijk in de Westmonsterkerk stond. Dit orgel was wellicht het eerste contact met muziek voor Valerius. In 1592 kreeg hij zijn eerste baan als klerk bij Pieter van Reigersbergh, die onder andere burgemeester van Veere was. In 1598 werd Valerius op voordracht van de Middelburgse Admiraliteit benoemd als controleur van de convooi- en licentgelden, en later, in 1606, werd hij ook nog notaris. Dit alles maakte van Valerius een redelijk machtig en rijk man in de welvarende stad Veere.
Rederijkerskamer en Zeeuschen Nachtegael
Valerius werd bekend om zijn lidmaatschap van de Rederijkerskamer in Veere en de daaraan verbonden publicaties. Valerius trad toe tot het gezelschap in 1598, en in 1617 werd hij zelfs de deken van de kamer. Een van de signalen dat Valerius een vakman was, is de uitnodiging om mee te werken aan de gedichtenbundel Zeeuschen Nachtegael, hetwelk gepubliceerd werd in 1623.
Gedenck-clanck
In 1626 werd ook Valerius’ Neder-landtsche gedenck-clanck gepubliceerd. De Gedenck-clanck is een verhaal over de ‘belangrijkste historiën over de Tachtigjarige Oorlog in de Zeven Provinciën.’ De Gedenck-clanck geeft een overzicht van de Geuzenliederen over de Tachtigjarige Oorlog. Valerius heeft, tussen de historiën, 76 liederen ingevoegd die, op 3 na, alle door hem zijn geschreven. Deze liederen zijn grotendeels op onbekende melodieën gezet. Daarnaast zijn er aardig wat teksten die het zelfbewustzijn van het begin van de 17de eeuw weergeven, en zij laten zien hoe Valerius vertrouwt op God, en tegelijkertijd verlangt naar vrijheid (hoewel Zeeland dan al 53 jaar een eigen staat vormt).
Een voorbeeld is dit couplet, dat Valerius’ gevoelens goed weergeeft. Het gaat niet om prachtige rijm, maar om de diepe emoties van Valerius.
Hoewel Valerius’ Gedenck-clanck in zijn tijd niet heel populair was, weerhield dit men er in de 19de eeuw niet van om de Gedenck-clanck weer te gaan gebruiken. Sommige liederen werden zelfs bijzonder populair, zoals het beroemde ‘Wilt heden nu treden voor God, den Here’, hetwelk in Duitsland bekend staat als ‘das Niederländische Dankgebet’ en in de Verenigde Staten als ‘the prayer of Thanksgiving.’ In Duitsland heeft Keizer Willem II bijgedragen aan de verspreiding van dit lied. Later werd het ook door de nazi’s gebruikt, hetgeen de reden is dat het tegenwoordig niet meer zo bekend is in Duitsland. Muzikiekhistorisch gezien is Valerius’ Gedenck-clanck belangrijk. Valerius heeft nauwkeurig de toentertijd in gebruik zijnde melodieën opgeschreven, wat een van de redenen is dat we nog zoveel oud-Hollandse melodieën hebben. Bijzonder genoeg zijn van de 76 liederen, slechts 14 gebaseerd op Hollandse melodieën. De overige 62 zijn buitenlands, en van de 14 Hollandse zijn er nog eens een paar gebaseerd op buitenlandse liederen. Een van deze liederen is het Nederlandse volkslied, het Wilhelmus. Valerius heeft het Wilhelmus bij de 14 Nederlandse liederen geplaatst, echter, het origineel gaat terug op het beleg van Chartre in 1568 in Frankrijk. Daarnaast schreef Valerius een nieuwe versie van het Wilhelmus op, niet de oudste versie. Echter, het is deze versie die uiteindelijk het Nederlandse volkslied werd. Duidelijk is dan ook dat de Gedenck-clanck een belangrijk uitgangspunt vormt voor de muziekgeschiedenis, sinds het ons een kijkje in de 16de-eeuwse Nederlandse muziek geeft, en daarnaast is het ook de belangrijkste bijdrage van Valerius aan de geschiedenis.
Composities
- Nederlandtsche gedenck-clanck, 1626.
- Totten Romeynen Hfdst. 14, vers 6. Zeeusche Nachtegael, 1623.
Lijst van gezangen in het ‘Liedboek voor de Kerken’
- Nr. 276: Als Godes Zoon, de heerser over al (melodie: "Wanneer ik slaap voel ik mijns levens vreugd")
- Nr. 320: Zingt een nieuw lied voor God de Here (melodie:"Komt nu met zang van zoete tonen")
- Nr. 411: Het Wilhelmus
- Nr. 412: O Heer, die daar des hemels tente spreidt
- Nr. 413: De Heer in zijnen troon, zeer schoon (melodie:"De mei die komt ons bij zeer blij")
- No 414: Wilt heden nu treden voor God, den Here (melodie: "Wilder dan wild, wie zal mij temmen")
- No 415: Komt nu met zang van zoete tonen
- No 416: Gelukkig is het land
- No 418: Here, kere van ons af (melodie:"Now, o now I needs must past")
Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984
Auteur
P.J. Meertens, herz. ? (UCR), 2012
Bronnen
-Adriaen Valerius, [documentatiemap, P.J. Meertens, Zeeuwse Bibliotheek, Middelburg.]
-Frederik Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen (Middelburg, 1888-1893).
-N.N.B.W. V.
-Pieter de la Rue, Geletterd Zeeland (Middelburg, 1747).
-Valerius, A. Nederlandtsche Gedenck-Clanck ... facs. uitg. (Amsterdam, 1969).
-Bork, G.J. van, en P.J. Verkruijsse, Adriaen Valerius (Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letteren, 2000).