Aandijk (Aendike, Aendiic, Aandijke, letterlijk ‘aan Den Dijk’)
Gehucht in het Axeler Ambacht; in de vroegere gemeente Zaamslag, nu gemeente Terneuzen. Op het voormalige eiland Zaamslag (Ambacht van *Zaamslag), later met het Axeler Ambacht verenigd, lagen drie afzonderlijke parochiën: Zaamslag, Aandijke en Othene. Het dorp Aandijk(e) lag in het noordoosten van het eiland en had een vrij aanzienlijke kerk. Aandijk, vermeld ca. 1170, behoort tot de oudste dijknamen in deze omgeving (ontstaan naar aanleiding van de vloed van 1134), zoals ook Hengstdijk (1161), Genderdijk (1163), Frankendijk (1170, Frankendijkpolder). Aandijk was van Genderdijk gescheiden door de Albrechtzee (Arberzee, Arberdshee, Harboerszee e.a.), die in de eerste helft van de zestiende eeuw vrijwel geheel was verland. De Gentse St.-Baafsabdij bezat in Aandijk de curtis (uithof) Calfvliet, twee derde van de tienden (sinds 1239) en een tiendenschuur (scuerhove). Door de vloed van 1375 ging in de parochie Aandijk 1266 gemeten land (562,5 ha) verloren. Ook andere vloeden veroorzaakten schade, zoals de (tweede) St.-Elisabethsvloed van 1421. Bij de haardstedentelling van 1469 telde men in het gebied van Aandijk 164 haardsteden; deze komen ongeveer overeen met het aantal huizen. In 1488/89 ontving de St.-Baafsabdij geen pacht en tienden uit Aandijk wegens de geleden oorlogsschade, veroorzaakt door de opstand van onder meer Gent tegen Maximiliaan van Oostenrijk in 1488-1492.
De kaart van Horenbault uit 1569 toont Aandijk als een ringdorp met nog ongeveer 25 huizen rondom de kerk met ommuurd kerkhof. Ten noorden van de kerk is een bergje zichtbaar, hoogstwaarschijnlijk een motte of kasteelberg, omringd door een gracht. Ten oosten van het dorp is nog een vijftal huisjes en een molen zichtbaar. In Aandijke kwam kort nadien een hervormde gemeente met een gekozen kerkenraad. In de classis van Axel (7 mei 1579) werd te Aandijke beroepen Jan Claerbout uit Frankenthal, die het beroep echter niet aanvaardde. Op de vergadering van de classis Hulst, op 11 april 1580 te Saaftinge gehouden, was aanwezig Jan van Diest (predikant te Aandijke; in 1583 vermoord). Op de laatste classis waarvan acta bekend zijn, die te Zaamslag op 2 januari 1581, wordt Aandijke niet meer genoemd. Het dorp deelde in de verwoesting die op 3 februari 1584 werd aangericht door de Staatse bezetting van de *Moffenschans bij Neuzen. Als gevolg van de Instructie van 5 mei 1584, waardoor van Staatse zijde de dijk bij Campen werd doorgestoken, gingen het dorp en de in de streek van Zaamslag gelegen polders geheel te gronde. De naam van de parochie bleef voortleven in de Aan- en Genderdijkepolder (bedijkt in 1654).
De resten van het dorp bleven bewaard onder een dikke laag klei bij het gehucht Poonhaven. Ter plaatse is nog een verhoging in het landschap zichtbaar die ‘de steenhoogte’ wordt genoemd. In 1969 zijn 90 cm dikke funderingen van de kerk van Aandijk aan het licht gekomen, alsook menselijke skeletten van de vroegere begraafplaats. Amateur-archeologen stelden in 1980 een onderzoek in naar aanleiding hiervan. Opmerkelijk binnen het aangetroffen aardewerk was een flinke hoeveelheid versierde borden met een hoge voet, zogenaamde voetschalen. Uit niet-destructief onderzoek in 2009/2010 konden voor de kruiskerk van Aandijk de volgende afmetingen worden afgeleid: lengte 34 meter, transept 11 meter. De kerk lag binnen een ringvormige structuur. Een selectie van de vondsten uit 1980 bevindt zich in de collectie en expositie van het streekmuseum Het land van Axel te Axel.
Auteur
S.J.M. Hulsbergen, J.A. Trimpe Burger, herz. Jan J.B. Kuipers, 2013.
Bronnen
Literatuur
-J. Platteeuw, Zaamslag door de eeuwen heen (Terneuzen, 1968).
–J. Trachet, Verdronken dorpen in het zuidoosten van Zeeland: nieuw bronmateriaal opent nieuwe perspectieven. SOJA E-Bundel 2011, 21-31.
-J. Wesseling, De geschiedenis van Axel ( Groningen, 1966 ).
Sites
www.verdronkenzeeland.nl: Proefopgraving Aendijcke 1980.