Tapuit

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Jacqueline (overleg | bijdragen) op 5 sep 2022 om 07:48 (Jacqueline heeft pagina Tapuit (oenánthe Oenánthe) hernoemd naar Tapuit)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tapuit

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984

Tapuit (oenánthe Oenánthe)

Kleine lijsterachtige zangvogel. Jaagt meestal op de grond met knikkende bewegingen achter insekten aan. Broedvogel van de duinen, vooral van de vroongraslanden van de Kop van Schouwen. Soms ook langs dijken en op voormalige zandplaten. Broedt meestal in konijneholen. In Zeeland broeden 150-250 paar tapuiten. Verder is de soort een algemene doortrekker in voor- en najaar. Verwant aan de tapuit zijn het paapje (Saxícola rubétra) en de roodborst tapuit (S. torquáta) Het paapje is een zomervogel die regelmatig doortrekt in voor- en najaar. Vroeger broedden er in Zeeland tientallen paapjes in de duinen en langs dijken, tegenwoordig nog slechts enkele paren. De roodborsttapuit is als broedvogel op Walcheren en Zuid-Beveland sterk afgenomen. In de duinen van Schouwen werden in 1976 de eerste broedgevallen vastgesteld en in Zeeuws-Vlaanderen broedt de soort in toenemende mate, met tientallen paren, langs begroeide dijken. De meeste roodborsttapuiten trekken 's winters weg, enkele overwinteren.

AUTEUR

P.L. Meininger