Kroos
Kroos |
---|
Kroos (Lemna)
(W., Z.B., Z.N., Th.: gruit; N.B., Th., Sch.: grieten; W., Z.VI.: ruit). Kleine, platte op het water drijvende of in het water zwevende ronde plantjes. Komen meestal in groot aantal tegelijkertijd voor. Het meest algemeen zijn klein kroos (L. minor) en bultkroos (L. gibba). Beide soorten, die moeilijk te onderscheiden zijn, zijn overal in Zeeland te vinden in zoete of brakke voedselrijke wateren. Zij verdragen vaak een slechte waterkwaliteit. Men vindt ze vooral in sloten, drinkputten en kleine plasjes, waar ze m.n. in de zomer vaak vele tientallen meters kunnen bedekken. Een derde vrij algemene soort van dit geslacht is het puntkroos trisulca). Deze plant heeft langwerpige inplaats van ronde bladschijfjes, die meestal niet drijven, maar in het water zweven. Het puntkroos is veel gevoeliger voor hoge zoutgehaltes en slechte waterkwaliteit. Komt plaatselijk voor in sloten en vooral drink putten met zoet helder water. Bovenstaande soorten van het geslacht Lemna hebben per bladschijf één wortel. Er komen nog twee andere kroos-soorten voor. Het veelwortelig kroos (Spirodela polyrhiza) heeft meerdere worteltjes. Het is een drijvende plant die ca. twee maal zo groot is als klein en bultkroos. Het veelwortelig krooskomt in grote delen van Nederland algemeen voor in helder voedselrijk water. In Zeeland ontbreekt het thans vrijwel overal, hetgeen waarschijnlijk samenhangt met te hoge zoutgehalten en de slechte kwaliteit van het polderwater. Uit het verleden zijn een aantal vondsten uit Zeeland bekend, m.n. van Schouwen. Ook het wortelloos kroos (Wolffia arrhiza) komt in Zeeland vrijwel niet voor. Deze soort is zeer klein (tot I mm in doorsnee) en heeft géén worteltjes. Elders in Nederland komen de kleine kroosvaren (Azolla caroliniana) en vooral de grote kroosvaren zolla filiculoides) veel voor. Deze varentjes lijken op echte kroonplantjes, drijven op het water en kunnen in het najaar sloten geheel rood kleuren. Zij zijn eind vorige eeuw uit resp. Noord- en Zuid-Amerika in ons land ingevoerd en hebben zich sinds die tijd sterk uitgebreid. In Zeeland ontbreken zij echter vrijwel geheel.
AUTEUR
A.M.M. van Haperen