Kruiningen (crunighen, Cruninga, Cruyningen, Oude Cruninghe E.a.)
Kruiningen (crunighen, Cruninga, Cruyningen, Oude Cruninghe E.a.) |
---|
Het dorp: kenmerken
Dorp in de gemeente Reimerswaal en tevens bestuurscentrum daarvan; van 1-1-1970 een zelfstandige gemeente in Zuid-Beveland, waartoe behoorden: Hansweert, Oostdijk (ten dele) en Vlake Per 1 januari 2021 had het dorp 4.750 inwoners. Kruiningen is van oorsprong een landbouwdorp met een rijke geschiedenis. Het dorp heeft zwaar geleden van de stormramp in 1953, maar ook in vroeger jaren is het dikwijls overstroomd geweest. Na de ramp in 1953 is er een nieuwe veerhaven gekomen; daar is in de zomer van 1968 de eerste dubbeldeksveerboot van de provincie ingelegd op de zeer drukke vaart naar Perkpolder. Kruiningen verwierf lange tijd bekendheid als vertrek- en aankomstplaats van de veerdienst Kruiningen-Perkpolder. In 2003 werd deze veerdienst opgeheven in verband met de opening van de Westerscheldetunnel. In Kruiningen ligt het treinstation Kruiningen-Yerseke.
Wapen
Kruiningen voert het wapen van het oude geslacht van die naam, dat reeds op het zegel van Wouter van Kruiningen uit 1269 voorkomt. Dit geslacht werd beschouwd als een zijtak van het beroemde Vlaamse geslacht Berthout, dat drie rode palen op een gouden veldvoerde. Het wapen werd op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd.
Vlag
De vlag, geheel identiek aan het wapen, werd op 2 augustus 1954 ingesteld.
Varia
Kermis op de eerste woensdag na 24 juni tot en met de daaropvolgende zaterdag. Weekmarkt op woensdagvoormiddag.
Monumenten en bezienswaardigheden
Ned. Hervormde kerk
De kerk is na een brand in de tweede helft van de 15e eeuw, waarbij de 14e-eeuwse toren behouden bleef, in Brabantse gotiek herbouwd; hierbij kwam de as van de kerk in noord-zuid richting te staan. De kerk bevat de gebeeldhouwde zwartgranieten graftombe van Arnoud van Cruningen ( 1561).
Korenmolens
Er zijn twee korenmolens: 'de Oude Molen' uit 1801 is een achtkantige bovenkruier en grondzeiler, gerestaureerd in 1964/'65; `de Hoed' is een open houten Vlaamse standerdmolen, in 1858 vanuit Gent naar hier overgebracht (het oudste onderdeel dateert blijkens een aangebracht jaartal uit 1633).
De 'Oude Molen' is een achtkante houten bovenkruier van het Zeeuwse type. De achtkante molens zijn in Zeeland zeldzaam. Ze zijn te herkennen aan de achtkante houten molenromp. De molenaars op het platteland werden door het ontbreken van windbelemmeringen niet gedwongen de hoogte in te gaan. Uit de standaardmolens zijn de andere typen molens ontstaan zoals bijvoorbeeld de stenen en houten achtkanten en de ronde stenen molens. Type molen: Achtkante houten bovenkruier, grondzeiler van het 'Zeeuwse type'. Het geheel staat op acht van rode bakstenen gemetselde, gewitte teerlingen. Wiekvorm op beide roeden is de oud-Hollandse wijze van ophekken. Interieur bestaat uit 1 koppel zestiender blauwe stenen. In de molen wordt graan vermalen voor veevoer en voor menselijke consumptie (boer- en bakkers gemaal). Evenals de andere drie molens in de gemeente Reimerswaal is de molen ingericht als korenmolen. In Zeeland zijn er veel korenmolens te vinden. De zware kleigrond leent zich immers prima voor het verbouwen van tarwe en andere granen. Een korenmolen moet beschikken over goede molenstenen waarmee het graan gemalen kan worden. Tegenover vijf à zes slagen van de steen staat een omwenteling van het wiekenkruis. Goede molenstenen gaan wel twintig jaar mee bij regelmatig gebruik. Wel moeten ze regelmatig 'gescherpt' worden. Met een speciale scherphamer wordt het afgesleten profiel dan weer aangebracht. De 'Oude Molen' in Kruiningen is uitgerust met twee koppels stenen. Een koppel stenen wordt gebruikt voor het vermalen van tarwe tot bakkersmeel; het andere koppel dient voor het malen van veevoeders zoals gerst en maïs. De 'Oude Molen' is doorgaans iedere zaterdagmiddag te bezichtigen van 13.00-17.00 uur. Bij voldoende wind draait de molen en er wordt regelmatig gemalen.
Overig
In Kruiningen stond het kasteel van de heren van Kruiningen en nabij het dorp het huis Voorhout. Den Inkel is een natuurreservaat en recreatiegebied van 23 ha onder toezicht van het Staatsbosbeheer; het is een weel dat na het dijkherstel in 1953 overbleef en thans een sieraad is van het landschap.
Geschiedenis
Reeds in de 12e eeuw moet de parochie hebben bestaan. De kerk die gewijd was aan Johannes de Doper had vicarieën ter ere van St.-Antonius en de H. Geest. Ze is de moederkerk geweest van die van Nieuwlande (nieuw Kruiningen) en van de in Onze Vrouwenpolder vóór 1395 gestichte kerk van Nieuwkapelle, alsook van de kerk van Krabbendijke. In 1233 was de kerk van Kruiningen geïncorporeerd bij het kapittel van Oudmunster te Utrecht. De ambachtsheren hadden echter hun stem in het patronaatsrecht. Behalve dat er een kapel was op het slot van de zeer machtige heren van Kruiningen stond er in deze parochie ook een te Hansweert. Na de Reformatie is het restant van Nieuwkapelle bijgevoegd en in 1656 ook het herdijkte deel van Tolsemle.
Henricus Brandt werd in 1578 de eerste predikant in Kruiningen. Vanaf 1836 is er een Afgescheiden Gemeente geweest, die in 1869 Christelijk Gereformeerde Kerk werd en in 1892 Gereformeerde Kerk. Een Gereformeerde Gemeente kwam hier in 1943. De Volle Evangelie Gemeente houdt hier samenkomsten sinds 1954. Verder is er het zg. Kerkje van Lookerse.
Auteur
S.J.M. Hulsbergen
Literatuur
- C. Dekker, Zuid-Beveland.
- Grijpjok, Register op de parochieën
- Kok, Zeeuwse patrocinia.
- Juten, Kruiningen.
- De Nooyer, De Hinkelinge.
- J.W. te Water, Kort verhaal.
- De Wilde, 'Hof te Voorhout'.
- Lepoeter, Hoe D. P. Dominicus burgemeester werd.