Anna-frisopolder

Uit encyclopedie van zeeland
Versie door Maintenance script (overleg | bijdragen) op 20 mrt 2014 om 14:22 (Importing text file)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Anna-frisopolder

Tekst uit de Encyclopedie van Zeeland 1982-1984


Polder in de gemeente Wissenkerke (Noord-Beveland), aan de Oosterschelde; aangesloten bij het Waterschap Noord-Beveland (opgericht1959), thans Waterschap Noord- en ZuidBeveland; oppervlakte ca. 112 ha; hoogteligging gemiddeld 1,0 in N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal in de Jacobapolder. De bedijking van de Anna-Frisopolder kwam gereed in 1747 (oorspronkelijke oppervlakte ca. 129 ha). De polder, die behoorde tot de heerlijkheid Kampens nieuwland, is waarschijnlijk genoemd naar de echtgenote van Prins Willen IV, Anna van Hannover en tevens naar hemzelf (Friso was een van zijn voornamen); het bedijkingsjaar was ook het jaar dat de prins erfstadhouder werd. De Anna-Frisopolder was calamiteus van1878 tot 1978 en vormde één calamiteuze waterkering met de polders Onrust en Jacoba. Tot 1959 behoorde Anna-Friso tot het uitwateringswaterschap Heer Jansz e.a. (opgericht 1879). De polder heeft zeer te lijden gehad van vallen en afschuivingen; de grootste oeverval aan de polder had plaats in 1908; de zandverplaatsing bedroeg ca. 450.000 m3.


AUTEUR

J. Kuipers


LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.